Buffalo Nichols: ‘Voor mij gaat de blues over verdriet en frustratie’

Soms valt ineens het kwartje. Toen Carl Nichols (geboren in 1991 in Houston, Texas) de soundtrack hoorde van de documentaireserie The Blues van Martin Scorcese, wist hij het: hij zou helemaal gaan voor de blues en proberen vooral ook jongeren en zwarte mensen te overtuigen van de relevantie ervan. Onder de artiestennaam Buffalo Nichols heeft hij inmiddels twee albums gemaakt.

Tekst door Kees van Wee (popmagazine Heaven)

Wanneer je als jonge zwarte man ervoor kiest om als bluesartiest door het leven te gaan, maak je het jezelf niet gemakkelijk. Dat realiseerde Buffalo Nichols zich terdege toen hij in 2021 - hij was toen nog geen 30 - zijn eerste (titelloze) soloalbum opnam. Vooral de manier waarop veel blanke artiesten al lang geleden met het genre aan de haal waren gegaan, stuit hem tegen de borst, liet hij vorig jaar aan Rolling Stone weten. ‘Er is al zoveel schade toegebracht dat het al een hele strijd is om iemand onder de 35 ertoe te brengen naar de blues te luisteren. Er is veel potentieel, maar het potentieel wordt beperkt door de oude garde, door al die oude witte mannen. Die hebben het voor ieder ander verpest. Ze zijn er nog steeds en nemen nog steeds veel te veel ruimte in, en ze maken nog steeds verschrikkelijke muziek.’

Oom in een garage
Volgens Nichols denken veel jongeren bij het woord ‘blues’ aan een oom die in een garage muziek staat te maken. Maar er is ook heel andere blues. Dat ontdekte hij toen hij in de platenverzameling van zijn moeder dook en luisterde naar artiesten als B.B. King, Johnny Lang en zeker ook naar Robert Cray, wiens Strong Persuader hij bleef draaien en wiens gitaarsolo’s hij zich al snel eigen maakte. De meeste indruk maakte de soundtrack van de documentaireserie The Blues van Martin Scorcese, omdat die de echte blues liet horen in plaats van de commerciële, populaire variant, en vooral ook omdat hij zo kennismaakte met de akoestische blues van Corey Harris, een echte openbaring die hem deed besluiten het ook in die richting te zoeken.

Hiphop, dj, grindcore
Blues was niet Nichols eerste liefde. Voordat de blues hem bij zijn lurven greep, speelde hij gitaar in hiphop-bands, droomde hij ervan dj te worden, maakte hij deel uit van een grindcoreband en speelde hij vijf jaar lang in de West-Afrikaanse formatie Jali Kunda.

Confederatievlag
Ook was hij lid van de band DakhaBrakha, die Oekraïense volksmuziek in een modern jasje goot. Hij besloot min of meer hetzelfde te doen met Amerikaanse folk en blues door samen met Johanna Rose het formatie Nickel & Rose te formeren, die een americanamengsel speelde van blues, folk, jazz en bluegrass. Er knapte echter bij hem iets toen er tijdens een festival in Wisconsin iemand opdook met een Confederatievlag, en een groot deel van het vrijwel geheel blanke publiek dat geen probleem vond, ook al is die vlag voor veel zwarte Amerikanen een sybool van onderdrukking en slavernij.

Countryblues
Die onverschillige houding van zijn publiek betekende voor Nichols het einde van zijn americanaperiode. Hij begon een nieuwe stijl te ontwikkelen, solo spelend in plaatselijke hotels,  en uiteindelijk bleef de blues over. En dan vooral de countryblues, waarbij het gitaarspel van Lightnin’ Hopkins een belangrijke invloed was. Dat hoor je duidelijk terug bij beluistering van zijn eerste (titelloze) soloalbum, dat bij vlagen herinneringen oproept aan het vrij zachtmoedige geluid van mannen als Keb’ Mo en Eric Bibb.

Onderdrukking en rassenongelijkheid
Dat eerste album werd in 2021 uitgebracht door Fat Possum, wat voor het label na ruim twintig jaar voor het eerst weer een echt bluesalbum was. Hoewel het vrij traditioneel klinkt - en daardoor voor velen wellicht weinig sexy - rook het label toch de potentie. Mogelijk niet primair vanwege de muziek, al is die dik in orde, maar vooral vanwege de teksten. Die zijn namelijk wel degelijk eigentijds, waarbij Nichols thema’s als onderdrukking en rassenongelijkheid niet uit de weg gaat. Neem zijn versie van de traditional Another Man (onder andere bekend van John Mayalls album Blues Breakers), waarvan hij de tekst schreef nog voor de moord op George Floyd:

Another man is dead
Another man is dead
Another man is dead
They put a bullet in his head
Another man is dead

When my grandpa was young
He had to hold his tongue
Cause they'd hang you from a bridge downtown
Now they call it stand your ground
Another man is dead

21st century don't mean a thing to me
Cause it might as well be 1910
They're killing women and killing men
Another woman is dead

Another woman's dead
Another woman is dead
Turn signal wasn't on they locked her up and now she's gone
Another woman is dead

No respect for life
Just a slave in your eyes
If you'd rather see me in chains
I guess some things haven't changed

Maybe I'm just angry and my words may be cliche
It's hard to write a song while folks get murdered every day
I know it ain't so simple
I just know I'm mad as hell
Why should we choose between a noose and dying in a cell?

They killed another man
They killed another man
Police pulled a gun on meI was only seventeen
But I could have been that man

Aanklacht tegen politiegeweld
Vooral de laatste zinnen vormen een bijna cynische aanklacht tegen politiegeweld:

Some folks believe the lies
They're fooled by the disguise
No need to hide behind a white hood
When a badge works just as good
Another man is dead

Essentie van de blues
Nee, voor gezellige deuntjes en vrolijke teksten moet je bij een ander zijn. Dat past ook niet bij de blues, vindt Nichols. In een interview met countryblues.com zegt hij: ‘Ik heb zo ongeveer alle soorten blues gespeeld, maar het klikt toch het best met de heavier stuff. Je weet wel, het oude spul, wat ze countryblues noemen, in tegenstelling tot alle stedelijke stijlen. Als ik songs hoor van Skip James, Son House of Charlie Patton voelt dat als de essentie van de blues. Voor mij gaat de blues over verdriet en frustratie. Niet alleen dat, maar voor mij begint het daar.’

Eerbetoon aan grootvader
De artiestennaam Buffalo Nichols heeft hij trouwens gekozen als eerbetoon aan zijn grootvader, die tijdens de Koreaanse oorlog in een geheel zwarte infanterietroep diende. De term zelf is bedacht tijdens de Indiase oorlogen van 1866 en is daarna een informele naam geworden voor elke Afro-Amerikaanse soldaat.

Allerlei invloeden
Vanzelfsprekend heeft Buffalo Nichols in zijn leven naar veel meer muziek geluisterd dan blues. Zo noemt hij in interviews naast de eerdergenoemde namen ook artiesten als Chuck Berry, The Ramones, Jason Becker (gitarist in de band van David Lee Roth) en Jimi Hendrix. Ook had hij een periode waarin hij veel naar singersongwriters luisterde, onder wie James Taylor, Joni Mitchell en Leonard Cohen. Al die invloeden absorbeerde hij, een purist is hij zeker niet, en soms klinkt hij eerder als een singersongwriter dan een bluesartiest. Op zijn tweede album The Fatalist (2023), dat door het gebruik van moderne technieken een meer eigentijds geluid heeft dan zijn eerste, zijn er bijvoorbeeld momenten waarop hij met zijn gruizige stem herinnert aan Malcolm Holcombe.

Zwarte muziek
Ondanks die moderne benadering zal hij nooit vergeten waar de blues vandaan komt. ‘De blues’, meldt hij in een interview met Westword, ‘zal voor mij altijd zwarte muziek blijven. Het is de hartslag van zwarte mensen. Voor mij is de blues een van onze grote bijdragen aan de culturele wereld. En ik vind dat ik moet kunnen zeggen dat dit is wat het betekent om zwart te zijn in Amerika. Dat is de blues.’

Buffalo Nichols staat op donderdag 1 februari bij ons op het podium van Cloud Nine. Kaarten zijn hier te bestellen.