Programmatoelichting Mathieu van Bellen en Omri Epstein

Lees hier de programmatoelichting voor het concert van Mathieu van Bellen en Omri Epstein op 3 maart.


Uitvoerenden
Mathieu van Bellen  viool
Omri Epstein piano

Ludwig van Beethoven 1770-1827
Vioolsonate nr. 6 (1801-2)
Allegro
Adagio molto espressivo
Allegretto con variazioni

Claude Debussy 1862-1918
Vioolsonate (1917)
Allegro vivo
Intermède: fantasque et léger
Finale: très animé

Franz Schubert 1797-1828
Fantasie in C (1827)

Op het programma van vandaag staan beroemde vioolsonates uit de klassieke periode, de romantiek en het Franse impressionisme, van Ludwig van Beethoven, Franz Schubert en Claude Debussy. Ondanks de stilistische verschillen zijn er muzikale verbanden. Schubert beweegt zich in zijn Fantasie in C nog binnen de grenzen van de traditionele sonatevorm, maar deze vervagen zodat het werk trekken van een romantisch verhaal – een fantasie – vertoont. Debussy – ‘Claude de France’, zoals hij zichzelf noemde – die bekend is als schepper van sfeervolle klanktaferelen, heeft zich in de indeling van zijn Vioolsonate georiënteerd op het model van de klassieke sonate. Dit heeft de grondlegger van een nieuwe ‘impressionistische’ Franse muziekstijl uiteraard naar zijn hand gezet.

Adellijk vermaak

In de tijd van Ludwig van Beethoven was de behoefte aan kamermuziek in adellijke kringen groot. Er vonden huisconcerten plaats, bijna iedereen van stand bespeelde een instrument en geen werk van Beethoven dat niet aan een adellijke vrouw of heer is opgedragen. Eigen optredens – Beethoven was een  uitzonderlijk pianist en improvisator – en composities ter vermaak van de muziekminnende adel waren in die tijd de enige bron van inkomsten. Beethoven schreef in totaal tien vioolsonates, Vioolsonate nr. 6 opus 30, is vandaag te horen. Ze is ontstaan in 1801/02 – de componist is begin dertig – en opgedragen aan de Russische Tsaar Alexander I. Beethoven had toentertijd de eerste verschijnselen van gehoorverlies hetgeen hem motiveerde om in zijn muziek ertegen in te gaan. De vioolsonate dateert uit deze moeilijke, maar compositorisch zeer vruchtbare ‘Sturm-und-Drang’-periode. Op een onstuimig en virtuoos openingsdeel volgt een lyrisch Adagio. Het werk wordt afgesloten door een fantasierijk variatiedeel.

Franse sferen

De Vioolsonate uit 1916/17 is Debussy’s laatst voltooide compositie. Daar de componist daarin teruggrijpt op klassieke vormmodellen en tonaal-modale klanken lijkt het werk – vergeleken met bijvoorbeeld zijn harmonisch gewaagdere Préludes voor piano – ietwat aan de conservatieve kant.

De Vioolsonate uit 1916/17 is Debussy’s laatst voltooide compositie.

Toch wijzen de muzikale substantie, de vrije aaneenschakeling van harmonieën en bloemrijke ornamenten onmiskenbaar op de hand van de ‘impressionist’ Debussy. Een eenvoudig gebroken g-mineur-akkoord, geïntroduceerd door de viool, vormt de kiemcel van het eerste deel: Allegro vivo. In het vervolg wordt de luisteraar meegevoerd naar een wereld van hartstocht, maar ook – in het langzame middengedeelte – naar een wereld van etherische stilte. De golvende klanken in de piano, steeds wisselend van licht en kleur, en een hoog daarboven zwevende vioolstem, scheppen een sfeer van onaardse schoonheid. Fantasque et léger schrijft Debussy voor het tweede deel Intermède voor. Daarmee is de stemming van dit deel, waarin de cascaden van lege kwinten in de viool associaties met natuurgeluiden oproepen, treffend aangeduid. Een recitativo-gedeelte gaat over in een scherzando met strakke ritmes en toonherhalingen die uiteindelijk versmelten met gedragen cantilenes in de viool. Een quasi improvisatorisch einde met een hervatting van de sfeer van het begin leidt naar de Finale. Deze opent met het g-mineur-akkoord van het eerste deel en presenteert zich met zijn virtuoze pianopartij als een wervelend schouwspel. Poco a poco animato eindigt de Finale na briljante arabesken en trillers triomfantelijk op een helder g-majeur-akkoord. Debussy speelde zelf de pianopartij bij de première van de sonate op 5 mei 1917 in de Salle Gaveau te Parijs. Met dit concert nam de in 1918 overleden componist afscheid van het publiek.

Weense charme

Met meer dan zeshonderd liederen, acht symfonieën, talrijke kamermuzikale werken en veel dansen is Franz Schubert het toonbeeld van het ‘singende en klingende’ Wenen. Toch was hij een miskend genie dat in 1828 verarmd overleed. Veel werken werden pas lang na Schuberts dood gepubliceerd. “Ein echter Wiener – und ein Genie! Es staunt das ganze Land; die Wiener selbst erfuhren’s nie, als nu raus dritter Hand.” Aldus de Weense toneeldichter Eduard von Bauernfeld.

Toch was Schubert een miskend genie dat in 1828 verarmd overleed.

Schuberts leven en zijn muziek beweegt zich tussen tragiek en vrolijke gezelligheid. Binnen weinige maten slaan in zijn werken weemoed in troostende berusting en zorgeloosheid om – en omgekeerd. Dit is mogelijk dankzij voortdurende harmonische wisselingen en nuanceringen. Fantasie in C voor viool en piano uit 1827 is een van Schuberts laatste werken en de enige compositie in deze bezetting. Alhoewel de vioolsonate op klassieke vormdelen berust komt ze over als een vrije aaneenschakeling van episoden, gedachten, als een ‘fantasie’. De sonate blinkt uit door warme melodieën en verraadt de hand van een componist in wiens creatieve leven het lied in het middelpunt stond.

Christiane Schima

Over de artiest

Mathieu van Bellen

Mathieu van Bellen is een virtuoze violist uit Hulst. Als jonge violist heeft hij al een grote naam in de muziek gekregen. Zo was hij laureaat van de Yehudi Menuhin Competition, de Wieniawski Competition en het Oskar Back Concours. Ook ontving hij de prijs van het Grachtenfestival Amsterdam in 2015. Mathieu van Bellen is gespecialiseerd in zowel kamermuziek als in symfonische werken. Na zijn studie aan de Royal College of Music heeft hij samen met de broers Ori en Omri Epstein het Busch Trio gevormd. Het Busch trio heeft zijn naam van de oud-eigenaar van Mathieu’s viool, dirigent en violist, Adolf Busch, als prachtig eerbetoon.

Omri Epstein

De Israëlische pianist, Omri Epstein, begon zijn studie als zevenjarige aan het Israëlische Conservatorium in Tel Aviv. Al vanaf jonge leeftijd toonde hij een ongekende virtuositeit. In 2002 verhuisde hij naar Engeland, waar hij zijn middelbare schoolonderwijs volgde aan een befaamde muziekschool: de Purcell School. Vervolgens heeft hij zijn conservatoriumopleiding afgerond aan de Royal Acadamy of Music. Net als Mathieu van Bellen heeft Omri Epstein een liefde voor de kamermuziek. Hij heeft bijvoorbeeld naast het Busch Trio meerdere kamermuziekwerken opgenomen, zoals de complete cellosonaten en variaties van Beethoven.


Duurzaamheid

De missie van TivoliVredenburg luidt: een leven lang muziek voor iedereen. Daarin zit duurzaamheid verankerd: we maken ons hard voor een toekomstbestendige, en dus duurzame bedrijfsvoering. Door de programmatoelichtingen digitaal te maken help je ons mee om bij te dragen aan een groenere planeet. Bekijk hier wat we nog meer doen op het gebied van duurzaamheid.

Concerttips