Programmatoelichting Maria Milstein & Concertgebouw Kamerorkest

Lees hier de programmatoelichting voor het concert van het Maria Milstein & Concertgebouw Kamerorkest op dinsdag 30 januari.


Uitvoerenden
Concertgebouw Kamerorkest
Maria Milstein viool

Programma
Richard Strauss 1864-1949
Strijksextet uit Capriccio (1942)

Ludwig van Beethoven 1770-1827
Strijkkwintet opus 29 “Storm”
Allegro moderato
Adagio molto espressivo
Scherzo. Allegro
Finale. Presto

PAUZE

Johann Sebastian Bach 1685-1750
Vioolsonate nr. 3 BWV 1005 (1720)

Richard Strauss
Metamorphosen (1946)


Twee werken van Richard Strauss omlijsten een programma met muziek voor strijkers van Beethoven en Bach. Strauss’ Strijksextet uit zijn opera Capriccio dateert uit 1942, Metamorphosen uit 1944/45. Het een is een vrolijke compositie met rococo allure en staat nog in het teken van optimisme. Vooralsnog was er geen reden om aan het voortbestaan van het ‘Derde rijk’ te twijfelen. Het ander is vervuld van rouw en doordrongen van de idee van de ondergang van de cultuur van het Avondland. De ooit zo gevierde componist laat zich in Metamorphosen inspireren door een tot nadenken stemmend gedicht van Goethe en citeert de treurmars uit Beethovens Derde, ‘Eroica’. Van Beethoven horen we in dit concert zijn Strijkkwintet in C op. 29 uit diens jeugdige ‘Sturm und Drang’-periode. Daarin zet hij de muziek van zijn voorganger en leraar Haydn op losse schroeven.

Luchtig rococo
Richard Strauss was een virtuoze orkestrator en een van de beroemdste operacomponisten van de twintigste eeuw, denk aan Salomé, Elektra en Der Rosenkavalier. Het Münchense wonderkind maakte al vroeg carrière en gold nog in de Nazitijd als een van de grootste componisten van Duitsland. Het in dit concert uitgevoerde Strijksextet is afkomstig uit zijn opera Capriccio. Net als de opera is het een goed gemutst stuk waarin hij zich liet inspireren door de luchtig-elegante tijd van de rococo. In de opera gaat het om de driehoeksverhouding van een jonge gravin en twee vereerders, namelijk de dichter Olivier en de componist Flamand. De laatstgenoemde wil haar met een compositie – het strijksextet dat vandaag klinkt – charmeren. De lichtvoetige opera is in 1942 ontstaan, midden in de oorlog die nog niet verloren was, en Strauss beantwoordt hiermee aan de behoefte aan vermaak van het publiek. In het briljant gecomponeerde en sprankelende sextet lijkt de wereld en die van Strauss nog in orde.

In het briljant gecomponeerde en sprankelende sextet lijkt de wereld en die van Strauss nog in orde.

Sturm und Drang
Wanneer Ludwig van Beethovens zijn Strijkkwintet in C op. 29 componeert, woont de uit Bonn afkomstige componist sinds enkele jaren in Wenen. Hij perfectioneert zijn compositorische kennis door lessen te nemen bij Mozart en Haydn. Ook doet hij van zich spreken als fameuze pianist en improvisator aan adellijke hoven. De conservatieve toehoorders vonden zijn optredens ietwat aan de wilde kant en de oude Haydn miste een ‘evenwicht’ in zijn composities. Maar Beethoven liet zich niet van de wijs brengen. Zeker niet meer nadat hem het lot van doofheid had getroffen waarvan in 1789 de eerste verschijnselen optraden – dus twee jaar vóór de compositie van het uit 1801 daterende strijkkwintet. Beethoven had op het gebied van kamermuziek toen al meerdere strijkkwartetten geschreven voor uitvoeringen in aristocratische kring. Het Strijkkwintet in C op. 29 is opgedragen aan graaf Fries. Het zou zijn enige strijkkwintet blijven daar de componist zich voortaan meer op de piano- en kwartetmuziek alsmede symfonische orkestwerken ging concentreren. Het vierdelige Strijkkwintet op. 29 volgt in zijn opbouw en karakter het gangbare klassieke model en staat in de zonnige toonsoort C-groot. ‘Vader’ Haydn en Mozart zijn nog niet vergeten, maar het borrelt onder de oppervlakte. Zoals reeds in het temperamentvolle openingsdeel. In het tweede lyrische deel Adagio molto espressivo slaat de componist ongewone harmonische zijwegen in. Het kwintet wordt afgesloten door een virtuoze Finale. Presto. Beethovens ‘Sturm und Drang’-periode zou drie jaar later uitmonden in zijn Derde Symfonie ‘Eroica’.

Polyfone kunstjes
De meeste wereldlijke werken van Johann Sebastian Bach zijn ontstaan tijdens zijn functie als Hokapellmeister aan het hof van Leopold von Sachsen-Anhalt te Köthen. Na uiteenlopende kleinere banen als organist, koorleider en violist in orkestverband in verschillende Saksische plaatsen is Köthen zijn eerste vaste aanstelling. De muziekminnende vorst speelde meerdere instrumenten en Bachs taak is het componeren van werken ter vermaak aan het hof. In Köthen ontstaan de Brandenburgische Konzerte, het Wohltemperierte Klavier, zijn Franse en Engelse suites en ook de Sei solo BWV 1001-1006, partita’s en sonates voor viool solo. Bach – van huis uit toetsenist – slaagt erin ook op de viool harmonieën en polyfone meerstemmigheid te suggereren. In alle Sei solo, zo ook in de Sonate nr. 3 BWV 1005, maakt Bach gebruik van dubbelgrepen, arpeggio’s ten gunste van een groter klankvolume van de viool en last hij een fuga in. De Bach-biograaf M. Geck (‘Bach’ Rowohlt 2000) schrijft: ‘Natuurlijk kun je op een viool geen echte fuga realiseren; je kunt echter bijvoorbeeld de inzetten van de dux [thema] en comes [contrapunt] markeren, en ook tussenspelen toevoegen. Dit doet Bach op onnavolgbare wijze in de 354 maten omvattende concertfuga uit de C-groot sonate BWV 1005: hier wordt bij de luisteraar de indruk gewekt dat hij werkelijk deelneemt aan de uitvoering van een veeleisende fuga.

Metamorphosen is een van zijn laatste werken en vervuld van rouw.

In memoriam
Na zijn opera Capriccio (zie boven) componeert Richard Strauss er nog één, namelijk zijn opera Die Liebe der Danae, die echter in 1944 vanwege de oorlog afgelast werd. Hij zou toentertijd snikkend voor het orkest staand gezegd hebben: ‘We zien elkaar terug in een betere wereld.’ Strauss wordt in toenemende mate door twijfels geplaagd: hij denkt na over zijn rol in het Naziregime, zichzelf en zijn kunstenaarschap. Metamorphosen is een van zijn laatste werken en vervuld van rouw. In Metamorphosen met de subtitel ‘in memoriam’ uit 1944/45 kijkt de inmiddels 80-jarige componist terug op zijn leven. De teloorgang van het zogenaamde ‘Derde rijk’ is een feit. En in de ogen van Strauss van een hele cultuur. Strauss’ elegie is zowel een terugblik als een zelfreflectie. Het werk is geïnspireerd door een gedicht van Goethe: ‘Niemand wird sich selber kennen...’ met daarachter de vraag: ‘Wie ben ik?’ In dit gedicht stelt Goethe vast dat geen mens zichzelf leert kennen als hij niet dagelijks tracht uit te vinden – in voortdurende confrontatie met zijn buitenwereld – wat hij is, wat hij was, wat hij kan en wat hij wil. In Metamorphosen, de Griekse uitdrukking voor permanente verandering, grijpt Strauss terug op de noten van Beethovens treurmars uit diens ‘Eroica’. Strauss’ klaagzang is ontstaan vier jaar voor zijn dood en kan worden beschouwd als een afscheid van de wereld zoals hij die kende – een ‘in memoriam’.

Christiane Schima

Over de musici

MARIA MILSTEIN

Maria Milstein was tussen 2011 en 2014 was ze artist in residence bij de Muziekkapel Koningin Elisabeth en in seizoen 2021/2022 was Milstein artist in residence van de AVROTROS Vrijdagconcertserie. In 2018 won Milstein ook de Nederlands Muziekprijs. Naast haar rol als solist bij diverse gerenommeerde binnen- en buitenlandse orkesten, geeft Maria Milstein veel kamermuziekconcerten. Zo vormt ze met Hannes Minnaar en Gideon den Gerder het Van Baerle Trio en geeft ze duo-recitals met haar zus, pianist Nathalia Milstein.

CONCERTGEBOUW KAMERORKEST

Het Concertgebouw Kamerorkest is een Nederlands kamerorkest uit Amsterdam. Het orkest werd opgericht in 1987 en bestaat uit ruim 20 strijkers. Indien de bezetting dat voorschrijft, kunnen blazers uit diens “grote broer”, het Koninklijk Concertgebouworkest, erbij gevraagd worden. Het Concertgebouw Kamerorkest nam onder meer de strijkkwartetten in de versies voor strijkorkest van Schubert/Mahler (Der Tod und das Mädchen) op en Beethoven/Mahler op. 95. Deze cd werd door BBC Music Magazine onderscheiden met de hoogste onderscheiding (5 sterren).


Duurzaamheid

De missie van TivoliVredenburg luidt: een leven lang muziek voor iedereen. Daarin zit duurzaamheid verankerd: we maken ons hard voor een toekomstbestendige, en dus duurzame bedrijfsvoering. Door de programmatoelichtingen digitaal te maken help je ons mee om bij te dragen aan een groenere planeet. Bekijk hier wat we nog meer doen op het gebied van duurzaamheid.

CONCERTTIPS