Programmatoelichting Beatrice Rana

Lees hier de programmatoelichting voor het concert van Beatrice Rana op maandag 12 februari 2024.


Uitvoerenden
Beatrice Rana piano

Alexander Skrjabin 1872-1915
Fantasie in b (1900)

Mario Castelnuovo-Tedesco 1895-1968
Cipressi (1920)

Claude Debussy 1862-1918
La terrasse des audiences du clair de lune uit ‘Préludes boek 2’ (1910)
Ce qu’a vu le vent d’ouest uit ‘Préludes boek 1’ (1912)
L’isle joyeuse (1904)

PAUZE

Franz Liszt 1811-1886
Sonate in b (1853)


Vandaag aandacht voor vier componisten die ieder op hun manier wilden breken met de conventies van hun tijd. Hadden de toehoorders aanvankelijk vooral oor voor het revolutionaire van hun muziek en daar vaak moeite mee, nu erkent iedereen hun kwaliteit en persoonlijkheid.

Skrjabin: Tussen droom en daad
Skrjabin zocht naar samenklanken die een extatisch gevoel konden opwekken, mede dankzij nieuwe vormen waarin de expressie niet is gekaderd en daarmee afgezwakt door het vertrouwde van oude vormen. In de tweede helft van zijn oeuvre lijkt hij zijn draai te hebben gevonden, de eerste helft is een zoektocht naar zijn taal. In die eerste fase ontstond zijn Fantasie in b. De soms gehanteerde ondertitel sonate is illustratief voor de zoektocht: enerzijds nog verwijzend naar een oude vorm, anderzijds een nieuwe vorm zoekend. Even dubbel is de harmonie. Enerzijds nog sterk leunend op met name Chopin, anderzijds met aankondigingen van zijn nieuwe taal die enkele jaren later in volle wasdom aan het licht zou treden. Bij zoektocht hoorde voor Skrjabin dramatiek en daarmee pianistisch vertoon. De componist was een geweldige pianist en schreef de fantasie primair voor eigen gebruik. En ook al zou hij geen geweldige pianist zijn geweest: in zijn creativiteit wilde hij zich niet laten belemmeren door praktische problemen. Tussen droom en daad stond bij hem slechts de wil.

Castelnuovo-Tedesco: Mooi en beangstigend
Wie denkt – en zeker dacht – aan Italiaanse klassieke muziek, dacht aan opera. Begrijpelijk: het land bracht niet alleen geweldige operacomponisten voort, maar ook een operastijl die velen binnen en buiten Italië verbinden met het land. Die verbintenis kan ook beklemmen en diverse Italiaanse componisten rond 1920 wilden zich daarom bewust buiten de opera profileren, met name met  instrumentale muziek. Een van hen was Mario Castelnuovo-Tedesco. Tijdens het interbellum verkeerde hij graag in avant-gardekringen en eind jaren dertig vluchtte hij vanwege Mussolini naar Amerika waar hij zich vooral toelegde op filmmuziek.

Mysterie, zowel mooi als beangstigend, is hier het sleutelwoord.

Het voor de film onmisbare gevoel voor sfeer en suspense toonde hij ook al in vroegere werken, onder meer Cipressi uit 1920. Het eendelige werk van circa acht minuten lijkt aanvankelijk richtingloos totdat de luisteraar beseft dat het niet gaat om richting maar om sfeer. Mysterie, zowel mooi als beangstigend, is hier het sleutelwoord. Dat hij een sfeer uitstekend kon treffen, blijkt ook uit het feit dat van dit werk een kleurrijke orkestversie bestaat.

Debussy: Schoonheid, suggestie en subtiliteit
Debussy is een van de grootste vernieuwers in de westerse muziek. Hij bevrijdde de puls van de tirannie van het metrum, hij behandelde akkoorden als op zichzelf staande momenten en niet als louter stappen in een betoog, hij maakte de klankkleur tot een wezenlijk onderdeel van de structuur en zijn vormen hebben vaak weinig tot niets gemeen met overgeleverde voorbeelden. Hoe ingrijpend ze waren, hadden zijn tijdgenoten meteen door. Ze waardeerden de grote kwaliteit van zijn muziek, maar hadden veel moeite met zijn taal. Hij was om zijn vernieuwende werken meer bekend dan populair. Daarop bedacht zijn uitgever een list: schrijf wat korte stukken in jouw persoonlijke taal maar op een wijze die velen kunnen behappen. Debussy hield er niet van om onder druk te worden gezet, maar hij ging er wel op in. Het resultaat waren twee bundels met ieder twaalf preludes (1910 en 1912) waarin hij zijn taal op minder etherische wijze presenteerde dan voorheen. Diverse stukken eruit, met name de minst avontuurlijke, werden zeer populair.

L’isle joyeuse (1904) heeft een heel ander karakter.

De twee van vanavond zijn binnen hun boeken zeer complex. Ce qu’a vu le vent d’ouest is een uitsmijter en staat, geheel passend bij Debussy’s vormgevoel, niet aan het einde maar halverwege boek één. De titel is meer suggestief dan duidelijk: niet de wind, maar wat de wind gezien heeft – en wat zag de wind? La terrasse des audiences du clair de lune uit boek twee schildert een mysterieuze sfeer met middelen die subtiel bewegen rond een duidelijke opbouw. L’isle joyeuse (1904) heeft een heel ander karakter. Het is Debussy’s meest extatische pianocompositie, wat alles te maken heeft met de ontstaansgeschiedenis. Debussy trok naar het eiland Jersey met zijn geliefde die later zijn tweede vrouw zou worden, terwijl beiden nog getrouwd waren met een ander. Om die achtergrond te verbergen verklaarde hij dat hij zich had laten inspireren door een schilderij uit 1717 van Watteau waarop leden van de high society zich inschepen voor een reis naar een eiland van plezier. Zo’n verhulling past bij Debussy. De componist Rudolf Escher noemde hem zelfs ‘de heimelijke vernieuwer’. Heimelijk, want Debussy’s drastische vernieuwingen zijn verborgen achter een façade van schoonheid, suggestie en subtiliteit.

Liszt: Een indrukwekkend voorbeeld
Bij elk Liszt-concours is dit het verplichte werk. En alle pianisten met de grootste plannen spelen het. De sonate is dan ook een bijzonder werk. Veel pianostukken van Liszt zijn, anders dan velen denken, kort, niet extreem moeilijk en vrij eenduidig van karakter. De uiterst virtuoze sonate daarentegen duurt ongeveer een half uur. Ook al heeft het één deel, het bevat vele onderdelen die ingenieus met elkaar zijn verbonden: thema’s keren terug in uiteenlopende gedaanten en in allerlei omgevingen en in een verrassende volgorde. Niet eerder waren eendelige werken zo gevarieerd van opzet. Het voorbeeld van Liszt was zo indrukwekkend dat latere componisten die hetzelfde probeerden, vaak in de schaduw stonden (Skrjabin met zijn late sonates en zijn Fantasie van vanavond is een uitzondering). Ondanks de rijkdom aan karakters is het geen caleidoscoop van stemmingen, maar moet de afgewogen opbouw voorop staan. Liszt noemde het een sonate, alsof het een abstract werk is, maar iedereen hoort de karakters en velen hebben geprobeerd er woorden aan te geven. Vaak werd de literatuur erbij gehaald. Wat Liszt ook bedoeld kan hebben, ook zonder kennis van het mogelijke verhaal is het intrigerende muziek.

Emanuel Overbeeke


OVER DE MUSICUS

BEATRICE RANA

De internationale carrière van de Italiaanse pianist Beatrice Rana begon met de succesvolle albumrelease van Bachs Goldbergvariaties in 2017. Sindsdien gaf ze solorecitals op prestigieuze podia wereldwijd en soleerde ze met orkesten als het London Symphony Orchestra en Orchestre National de France en onlangs debuteerde ze bij de Academy of St. Martin in the Fields. Naast uitvoerend musicus is Beatrice Rana ook organisator van een kamermuziekfestival dat jaarlijks in de zomer in haar geboorteplaats Lecce plaatsvindt, en is ze artistiek leider van het Orchestra Filarmonica di Benevento.

CONCERTTIPS


Duurzaamheid

De missie van TivoliVredenburg luidt: een leven lang muziek voor iedereen. Daarin zit duurzaamheid verankerd: we maken ons hard voor een toekomstbestendige, en dus duurzame bedrijfsvoering. Door de programmatoelichtingen digitaal te maken help je ons mee om bij te dragen aan een groenere planeet. Bekijk hier wat we nog meer doen op het gebied van duurzaamheid.