Hartmut Haenchen laat een langgekoesterde droom van het Nederlands Kamer- koor in vervulling gaan: de hereniging van een gelauwerde, symfonische dirigent met pure a capella-muziek. De eerste dirigent die het Nederlands Kamerkoor verwelkomt is Hartmut Haenchen, zelf ooit koorknaap in het Thomanerchor uit Leipzig, hetzelfde koor waarvoor Bach zijn cantates en motetten schreef. Voor het eerst sinds vele decennia leidt hij een a capella-programma. De combinatie Bach en motetten is opvallend omdat het motet, of meerstemmige koormuziek zonder instrumentale begeleiding in Bachs tijd enigszins uit de mode was geraakt. Maar ook in pure koormuziek bleek Bach onovertroffen. Bach liet een tiental motetten na, en alle werden absolute hoogtepunten in het genre. Brahms zwierige Liebes- liederwalzer met vierhandige pianobegeleiding is gebaseerd op Russische, Hongaarse en Poolse volkspoëzie. Opgewekte en bijkans zorgeloze muziek die bij de première zelfs bij Brahms een dikke glimlach op het gezicht toverde.