Het Nationaal Jeugdorkest is al decennialang de opstap naar het professionele concertpodium. Met een ongekende frisheid en groot enthousiasme storten de aanstormende musici zich op twee meesterwerken van Moessorgski en Rachmaninov en samen met accordeonist Vincent van Warmerdam duiken ze in de sprookjesachtige wereld van Mathilde Wantenaar. 

Met zijn Symfonische dansen liet Sergej Rachmaninov nog één keer horen dat hij het metier beheerste. Het laatste werk dat hij schreef ontstond in de Verenigde Staten en zit vol heimwee en citaten uit vroegere werken. Toch is het niet alleen maar nostalgie. Jazzinvloeden en saxofoons in het orkest zorgen er voor dat er ook echt opwekkend te dansen valt. 

Dat het Nationaal Jeugdorkest zijn hand niet omdraait voor gecompliceerde partituren als die van Moessorgski, Rachmaninov en Wantenaar tekent het niveau. Al sinds 1957 staat het orkest garant voor vlammende uitvoeringen onder grote dirigenten. Deze keer mag Otto Tausk, ooit assistent van Valéry Gergiev, een nieuw hoofdstuk aan de geschiedenis toevoegen.