Robert Vincent: 'Neemt zijn verantwoordelijkheid'

Het belang van Liverpool als muziekstad wordt altijd toegerekend aan het gegeven dat het een havenstad is. De zeelui namen de muziek uit Amerika mee die zo zijn eigen weg en vorm vond daar aan de Mersey. In zekere zin gaat dat ook op voor de Americana van de Britse folkie Robert Vincent. Afkomstig uit het nabije Crosby is hij nog grootgebracht in een familie van het oude stempel. Laat hij ook nog eens hebben opgenomen met producer Ethan Johns, die ook al door z’n vader (Stonesproducer Glyn Johns) zo’n sterk rootsgevoel heeft, en het kan al helemaal niet meer misgaan. Plaats van handeling, de historische Rockfield Studios in Wales, maakt het verhaal Vincents derde album In This Town You’re Owned helemaal af. Op donderdag 3 juni doet hij een livestream op de Facebookpagina van Shelter From The Storm.

Tekst door Robbert Tilli

De perfect match
We hebben het hier vaker gezegd, maar de keuze voor een producer kan bepalend zijn. Kies je er zomaar eentje of ga je naar de meeste geschikte op zoek? Robert Vincent is gegaan voor Ethan Johns. En het is absoluut de perfect match. Alles valt op z’n plek. Die twee zijn geschapen voor elkaar. Als je toch eens de ideale muzikale counterparts moest benoemen, dan Vincent en Johns wel. Zoals die elkaars pluspunten aanvoelen en gebruiken, kom je het maar zelden tegen. In This Town You’re Owned is een topplaat.

De eerste keer dat ik op Ethan Johns stuitte was hij nog maar ‘een ventje’. Hij was mee als drummer op een toertje van Green On Red in de vroege jaren negentig. Zanger Dan Stuart had weer eens een kwaaie dronk, Chuck Prophet nam de honneurs waar bij het interview dat ik met de band had, terwijl Johns aandachtig toekeek en luisterde. Chuck vroeg me of ik wist wie dat dekselse drummertje was? Dat was dus de zoon van de grote Glyn Johns, met wie GOR net This Time Around had opgenomen (1989). Later zag ik zijn naam terug op talloze topplaten als producer. Dat moet naamgenoot Robert Vincent ook hebben geweten. Producties van Kings of Leon, Ryan Adams, Laura Marling, allemaal vakwerk. Ook als singer-songwriter heeft hij een naam opgebouwd. En nu is de combinatie Vincent/Johns een winnende.

Rockfield
Ze halen het beste in elkaar boven, die twee. Als je zulke mooie Americana-liedjes maakt en zo’n lekkere band hebt als Vincent, dan wil je natuurlijk ook graag dat het geweldig gaat klinken. Johns is – ‘aardje naar zijn vaartje’ – van het mooie krokante organische geluid, met drums die nog als drums klinken. En dan is het ook nog eens opgenomen in een van de fijnste studio’s van het Verenigd Koninkrijk, de Rockfield Studios in Monmouth in Wales, waar onder leiding van eigenaar Kingsley Ward geschiedenis is gemaakt.

Het is een residential studio waar de bands blijven slapen. Dave Edmunds ‘woonde’ daar lange tijd zowat. Ik heb zelf op wandelvakantie bij een toevallige passage daar ooit een keer een kopje thee mogen drinken met Mr. Ward zelve, behalve uitbater ook schapenboer met lieslaarzen. Prachtrondleiding gehad met sterke verhalen, onder meer over Queen, Oasis en de ‘bruvvas’ Gallagher in hun topdagen. Maar hij vertelde ook over onze eigen Bintangs en hun Genuine Bull album (1975) dat daar is opgenomen. Álles daar ademde geschiedenis. Precies dát is het wat je kunt horen aan dat album van Robert Vincent. Het is de optelsom van zoveel moois: Robert Vincent + Ethan Johns + Rockfield = In This Town You’re Owned.

Visie op de samenleving
Als Liverpudlian is Robert Vincent niet alleen opgegroeid in een muzikale omgeving maar ook in een cultuur van storytellers. Hij is de mening toegedaan dat singer-songwriters niet van het ‘Shut up and sing’-soort moeten zijn, maar met hun poten stevig in de klei van het dagelijkse leven horen te staan en daar hun visie op geven. Wees gerust: deze man neemt zijn verantwoordelijkheid. Wat dat betreft kan hij Brent Cobb een hand geven. Deze Amerikaanse collega, twee maanden geleden nog actief als een van de eerste artiesten in deze serie van livestreams, had er zelfs een liedje over gemaakt, Shut up and Sing dus.

Openingsnummer This Town kan zich overal afspelen, zeker ook in Liverpool. Hij draagt daarin uit dat er wereldwijde thema’s zijn die spelen en min of meer gelijkwaardig zijn. Terwijl de Amerikanen stoeiden met Trump, waren zijn eigen landgenoten bezig met de Brexit. De chaos die het opleverde was eender. Je bent bereid naar Vincent te luisteren omdat zijn melodieën elk mogelijk verzet bij voorbaat breken.

Vertrouwen in tijden van terugwijkende religie
Als hij de prachtige ballad The Kids Don’t Dig God Anymore, dan denk je niet meteen met de een of andere religieuze fanaat te maken te hebben, maar dan ga je automatisch eerst maar eens proberen je te verplaatsen in zijn standpunt. Hij wil alleen maar zeggen dat in vroegere tijden mensen altijd een bepaald vertrouwen hadden. Godsdienst hielp daarbij een eind op weg. Nu het Christelijke geloof wat naar de achtergrond is verdwenen hebben de mensen niet meer zoiets om op terug te grijpen in tijden van nood. Daar zit zeker wat in. Maybe they’re right zingt hij er veelbelovend achteraan… De melodie is wederom goddelijk, een beetje als I’ve Got Dreams to Remember van Otis-die-dood-is.

Veel van de liedjes zijn midtempo. Er is één grote uitzondering. Dat is track 2, My Neighbour’s Ghost, dat haast Everly Brothers-achtige rock ’n’ roll is. Niet vanwege de samenzang maar gewoon als liedje en dankzij de krachtige akoestische slaggitaar en de opzwepende handklapjes. In de video lijkt-ie meer op Roy Orbison overigens. Maar goed, dat is dan ook een tijdgenoot van The Everly’s.

Losse aanpak, maximaal resultaat
Het album is op 16 sporen zo goed als live met de band opgenomen met slechts een paar overdubs, hetgeen bijdraagt aan het directe karakter ervan. Ethan Johns heeft zelf ook af en toe een instrument opgepikt. Die losse aanpak komt mooi naar boven bij de twee nummers die samen het hart van de plaat vormen. Allereerst is daar The Ending, ook al een mooie ballad, mét accordeon, een beetje in de sfeer van He’ll Have To Go van Jim Reeves in de uitvoering van Ry Cooder op Chicken Skin Music (1976). Er zit een mooie zin in, die tot nadenken stemt: ‘Love has a way of mending, nobody knows the ending.’

Het andere nummer dat de plaat echt draagt is Conundrum, dat weer wat meer beat heeft, een breakbeat zelfs. Het is ook het meest ‘pop’ van de hele plaat. Daar blijf je elke keer terugkomen.

Ook nog drie ‘lockdown EP’s’
Er is nog veel meer moois. De tweede helft van de plaat kent alleen wel wat langere nummers. Husk of a Soul  duurt meer dan zes minuten, kent een trage beat, maar is geen ballad. The End Of The War is een folknummer van negen minuten met nog meer fraaie overpeinzingen. Die lange duur komt vast doordat z’n broer hem in z’n jeugd met Pink Floyd ‘gepijnigd’ heeft. Die zijn niet zo van de korte nummers. Wel mooi is dat ex-Floyd Roger Waters hem had uitgenodigd in zijn voorprogramma in Hyde Park (2018).

Na dit derde album (als we een livealbum niet meetellen) zijn er nog drie ‘lockdown EP’s’ uitgekomen van de tweevoudig winnaar van een Americana Music UK Award. Op From Home Vol. 3 van deze interessante serie home recordings staan drie akoestische solo opnames van nummers die op zijn laatste plaat staan: I Was Hurt Today But I’m Alright, If I Were You en This Town. Je weet daardoor meteen hoe goed een mogelijke solo livestream kan gaan worden. Kijk zelf maar wat het wordt, mét band óf solo.

Op donderdag 3 mei 2021 is er om 20:30 uur een gratis livestream van Robert Vincent op de Shelter From The Storm-Facebookpagina, aangeboden door Thirty Tigers en Shelter From The Storm.