Drive-By-Truckers: ''Uit het Zuiden''

Aan de vooravond van de verkiezingen kwamen de Drive-By Truckers met American Band, een album dat zich afspeelt aan de achterkant van de Verenigde Staten, daar waar de Trumpisten wonen. Op de grauwe hoesfoto een halfstok wapperende Stars & Stripes tegen een bewolkte lucht, alsof The Donald het al tot president had geschopt.

 

Tekst door Ludo Diels (Heaven Magazine)

 

Als het over het Zuiden gaat, wemelt het geheid clichés. Het Zuiden heeft iets speciaals, de gevoelstemperatuur is er anders. Terwijl het Noorden een reputatie geniet als zakelijk, rationeel en betrouwbaar, staat die van het Zuiden daar diametraal tegenover. Zeker in de sterk verdeelde Verenigde Staten kampt het Zuiden met een beroerde identiteit, veelal gevoed door een met valse folklore doorspekte symboliek. In de Deep South heersen de sentimentaliteit, de hartstocht en tegelijkertijd het adagium van easy going. Men blikt er liever terug dan dat men vooruitkijkt. Een duister land van mythen en legenden. Deze ambivalentie nu vormt het fundament van de Drive-By Truckers.

Een paar maanden voor de onwaarschijnlijke triomf van Donald Trump verscheen American Band, hun meest apert politieke album uit hun toch al zo sociaal geëngageerde oeuvre. Luid, agressief en provocatief als altijd. En toch is er iets veranderd: de natie. Juist daar gaat hun elfde studioplaat over. Waar hun werk tot dan toe draaide om de verwerking van het collectieve verleden, reflecteert American Band het verontrustende heden. Patterson Hood en Mike Cooley balanceren behendig op het koord tussen politiek en persoonlijk. Wars van retoriek schetsen de beide voormannen om en om de staat van het land. Er is onmiskenbaar sprake van een sense of urgency, zoals Hood het zelf benoemt. Volgens de eerste voorman van de band leven we in een historisch significant tijdvak, waar men later met belangstelling en wellicht verbijstering op terug zal kijken.

De Drive-By Truckers schrokken nooit terug voor het tonen van de zo besmeurd geraakte Confederate Flag. Hood schreef er twee jaar geleden op verzoek van de New York Times een relevant stuk over, waarbij hij terugkeek op zijn jeugd in Muscle Shoals, Alabama en de rol die de muziek, de bijbel en het conservatisme daarin speelden. In gemoede vroeg hij zich af waarom zo veel zuiderlingen de zogeheten Rebel Flag, die wappert bij elke Ku Klux Klan-meeting, nog steeds zien als een symbool van bevrijding.

Dualiteit
Patterson Hood en Mike Cooley zijn de oerleden van de Drive-By Truckers, die zo’n twintig jaar geleden van start gingen in Athens, Georgia. Begin deze eeuw naam maakten ze naam met Southern Rock Opera, een ruim anderhalf uur durend opus over het reilen en zeilen van een band gemodelleerd naar het iconische Lynyrd Skynyrd. Al bijna net zo sterk bleek de opvolger Decoration Day, vernoemd naar een nummer van de jonge nieuwkomer Jason Isbell. Destijds trokken de Drive-By Truckers nog in een oncomfortabel personenbusje van staat naar staat om tegen een karige gage op te treden in kleine clubs. Waaruit het driftig meedrinkende groentje de conclusie trok dat je best een aardig bestaan als muzikant kon opbouwen zonder een lot uit de loterij te trekken.

Het eerste decennium sloot de band af met een representatieve compilatie onder de pakkende, zij het niet al te passende titel Ugly Buildings, Whores & Politicians. De toevoeging Greatest Hits 1998-2009 was uiteraard ironisch bedoeld, want commercieel gezien begonnen de Drive-By Truckers pas te marcheren toen ze eindelijk besloten hun rauwe rootsrock op de plaat wat gepolijster te laten klinken. Onverlet bleef de impact van de verhalende nummers over de heftige lotgevallen van schijnbaar gewone mensen, die een licht werpen op de dualiteit van de Deep South. Of in Hood’s eigen woorden uit Southern Rock Opera: You think I’m dumb, maybe not too bright.
You wonder how I sleep at night. Proud of the glory, stare down the shame. Duality of the southern thing.

Ambiguïteit 
Het sociale engagement geeft het werk van de Drive-By Truckers extra glans. Niet voor niets beschouwen ze zichzelf als een uitgesproken politieke band. In interviews heeft Patterson Hood zich meer dan eens uitgelaten over het ‘foute volk’ dat ook hun concerten bezoekt en in de liberale southern rockers geestverwanten ziet van een verkeerd begrepen nostalgie met een hang naar de donkere tijden van de rassensegregatie. Ze blijven de muziek inzetten als antwoord op die domheid, al is Mike Cooley daarbuiten wat uitgesprokener op dit punt: “Fuck off!”

Wars van holle retoriek schetsen de Drive-By Truckers op bezorgde toon de raciale en culturele verdeeldheid, het politiegeweld, de massamoorden en de politieke hufterigheid in het huidige tijdsgewricht. Zo laat American Band zich onwillekeurig beluisteren als een soort vervolg op Wrecking Ball van Bruce Springsteen, zij het alleen bij lange na niet zo pompeus klinkend. Het energieke album bewaart het muzikale midden tussen Tom Petty en The Gaslight Anthem in een evenwichtige verzameling robuuste rockers met ijzersterke riffs en semi-elektrische midtempo nummers met soms epische allure.

Everyone looks upon darkened flags on the cusp of dawn, zingt Hood op American Band, dat de betekenis van de Stars & Stripes in al zijn ambiguïteit toont. Ook al is hij inmiddels met vrouw en kinderen verhuisd naar Portland, Oregon, het Zuiden blijft de constante factor: No matter where we are, we’re ever south. En wie weet zal de grauwe hoesfoto van de Amerikaanse vlag halfstok wel een momentopname blijken. De Drive-By Truckers belichten tenslotte het hier en nu en niet de toekomst van the land of the free and the home of the brave. Geen natie zo ondoorgrondelijk en onvoorspelbaar immers als de Verenigde Staten. Zelfs de Amerikanen snappen niets van Amerika.

Dit artikel is afkomstig van Popmagazine Heaven.  Meer Popmagazine Heaven? Kijk dan snel op de website: www.popmagazineheaven.nl