Matt Andersen: ''What You See Is What You Get''

Bluesliefhebbers hier ten lande kende hem al langer als een zwaargewicht –  letterlijk en figuurlijk – maar pas zijn negende album Weightless werd hier officieel uitgebracht. Dat was in 2014. “Wat ruim twee miljoen YouTube-views al niet vermogen”, zei Matt Andersen (35) indertijd tegen Marcel Haerkens die hem voor Popmagazine Heaven sprak. “

Tekst door Marcel Haerkens (Popmagazine Heaven)

 

Matt Andersen behoort tot de weinige popmuzikanten, die door hun ouders zijn gepusht om van hun hobby hun beroep te maken, terwijl vader achter de lopende band in de fabriek de kost moest verdienen. “In onze familie speelt bijna iedereen meerdere instrumenten. Het zit in onze genen. Maar om er van rond te kunnen komen is een ander verhaal. Natuurlijk wilde ik niets liever dan de muziek in, al was ik tegelijkertijd huiverig dat ik het niet zou redden. Uiteindelijk ben ik dan toch in het diepe gesprongen, want overdag werken en ’s avonds optreden bleek op den duur niet vol te houden.”

Als gitarist speelde Andersen met allerlei coverbandjes in het Canadese kroeg-circuit, waar hij met lange indringende solo’s een reputatie als gitaarbeul opbouwde. Behept met korte dikke vingers kreeg hij het alias Stubby Fingers, tot op de dag van vandaag de naam van zijn website. “Ik kon moeilijk akkoorden pakken en drukte vaak per ongeluk met één vinger twee snaren tegelijk in. Zo ontwikkel je natuurlijk wel een heel eigen stijl.”

Op het podium springt hij als gitarist volgens eigen zeggen nog vaak en graag uit de band, maar op de plaat manifesteert Andersen zich tegenwoordig vooral als een geweldige blanke soulzanger van soms geëngageerde liedjes, waarin hij het opneemt voor de noeste arbeiders die worden uitgebuit door het kapitalistische sys-teem. Op Coal Mining Blues (2012), geproduceerd door zijn gerenommeerde landgenoot  Colin Linden, werd het uitzichtloze mijnwerkersbestaan bezongen. Op zijn doorbraakalbum Weightless (2014) staat een aangrijpend verslag van de oliewinning in Alberta.

“Ik ben absoluut geen actievoerder, maar zing wel over maatschappelijke misstanden die me in het hart raken”, zegt Andersen. “Omdat ik de laatste jaren nogal wat mensen in mijn naaste omgeving heb verloren, is Weightless ook een plaat over vergankelijkheid. Daarbij heb ik getracht dat thema in een bredere context te plaatsen. Vroeger schreef ik consequent in de eerste persoon, dat leek me wel zo gemakkelijk, ook al ging het dan lang niet altijd om een persoonlijke ervaring. Toch lijkt het op die manier alsof het alleen maar over jouw eigen kleine leefwereld gaat. Tegenwoordig probeer ik het autobiografische universeel te maken. Want als ik iets heb begrepen uit al die gesprekken na mijn optredens, dan is het dit wel: emoties zijn nooit een privé-aangelegenheid.”

Zijn meest meest recente albums – Honest Man (2016) en het dit jaar verschenen Live At Olympic Hall  – zijn nog eclectischer met hun mix van blues, soul en countryfolk. “Laat er geen misverstand over bestaan: ik ben gek op de blues, zeker sinds ik dankzij Eric Clapton en Stevie Ray Vaughan authentieke mannen als Son House, Sonny Terry & Brownie McGhee en Howlin’ Wolf had leren kennen”, haast Andersen zich te verzekeren. “Maar ik wil me nu eenmaal niet binden aan één specifieke stijl.

Dit artikel is afkomstig van Popmagazine Heaven.  Meer Popmagazine Heaven? Kijk dan snel op de website: www.popmagazineheaven.nl