Jesse Dayton: ''Buiten de lijntjes kleuren''

Dayton wordt geboren in Beaumont, een stad vlakbij Houston, Texas. Als vijftienjarige jongen speelt Jesse Dayton al in kroegen in Houston en omgeving. Hij leert spelen en zingen van de band van George Jones die in Texas van hun pensioen genoten. Door zijn goede leermeesters valt Dayton al snel op bij producers en platenbazen. Hij wordt dan ook op jonge leeftijd al gevraagd voor studiosessies van verschillende countrygrootheden. Hij kleurde met zijn gitaarwerk de platen van de founding fathers van de outlaw-country zoals Willy Nelson, Waylon Jennings en Johnny Cash. Door die samenwerkingen kreeg Dayton zelf ook de stempel van outlaw. Maar wat bedoelen de Amerikanen nou precies als ze het over outlaw-country hebben?

Tekst door Stijn Buist

 

Outlaw-country is een subgenre van de countrymuziek. In de hoogtijdagen van dit subgenre werd het geen outlaw-country genoemd maar progressieve-country. Letterlijk betekent outlaw: vogelvrij of buiten de wet. Maar in de countrymuziek betekent het vooral: buiten het establishment. Door het verzamelalbum, Wanted! The Outlaws, van onder andere Willy Nelson, Waylon Jennings en Jessi Colter, veranderde de naam progressieve-country in outlaw-country. De term heeft dus niet zo veel te maken met letterlijk criminelen of gevangenen, al had menig outlaw-countryster regelmatig te maken met justitie.

Eind jaren zestig kwamen er in Nashville producers als Chet Atkins achter de knoppen te zitten in de studio’s. De platenbazen in de countryhoofdstad, wilden de countrymuziek commerciëler maken en dus geschikter voor de poplijsten. Daardoor moesten typische kenmerken van country worden weggehaald. De pedal-steelgitaar, de banjo en teksten over het platteland werden in de vriezer gezet, om zo een groter publiek te bereiken. Deze nieuwe sound werd The Nashville Sound genoemd. Een van de grootste sterren van deze tijd was Jim Reeves. Bij de muziek van Reeves werd de Hillbilly-sound werd vervangen door mierzoete achtergrondkoortjes en strijkorkesten. The Nashville Sound staat symbool voor de volwassenheid waar de muziekindustrie in terechtkwam. De platenbazen bepaalden in welke studio, met welke producer en welke songs er werden opgenomen. Efficiëntie en duidelijke richtlijnen over sounds, was de nieuwe manier van werken.

Maar zoals dat altijd gaat met verandering in de kunst, komt er een reactie. In 1970 is het antwoord op de zoete Nashville-sound: Outlaw-Country. De piekfijn geknipte kapsels en de nette pakken van The Nashville Sound werden vervangen door lang haar, baarden en leren jacks van de Outlaws. Deze nieuwe generatie countryartiesten hadden de platenbazen zo ver gekregen om zelf te kiezen in welke studio ze opnamen en wie er produceerde. Het vogelvrije Outlaw-country is geboren. Het was weer mogelijk om buiten de lijntjes te kleuren in song-writing en productie. Het verschil tussen The Nashville Sound en Outlaw Country is treffend te horen bij Willie Nelson. Luister bijvoorbeeld eens het nummer Crazy uit 1962 en daarna Shotgun Willie uit 1973. Het verschil is volkomen duidelijk.

Als we teruggaan naar Jesse Dayton snappen we beter wat outlaw-country is. En als iemand het sub genre verstaat, is het Jesse Dayton wel. "I'm shootin’ liquor, I'm feelin rowdy ‘Cause she ain't never comin' back", is zomaar een greep uit de ruige teksten van de Texaan. Ook het door Waylon Jennings geïnspireerde gitaarwerk maakt het helemaal Outlaw. Dayton & Band is ook zeker aan te bevelen voor Rock ‘n Roll liefhebbers. Dayton let namelijk niet op een decibel meer of minder. Kortom, kom buiten de lijntjes kleuren met Jesse Dayton & Band.