
Programmatoelichting AVROTROS Valentijns concert: De liefde in drie verhalen
Lees hier de programmatoelichting voor het concert van AVROTROS Valentijns concert: De liefde in drie verhalen op vrijdag 14 februari.
Lees hier de programmatoelichting voor het concert van AVROTROS Valentijns concert: De liefde in drie verhalen op vrijdag 14 februari.
Uitvoerenden
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
Gergely Madaras dirigent
Yuval Weinberg koordirigent
Boris Pinkhasovich bariton
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893)
Fantasie-ouverture ‘Romeo en Julia’ (1869/1870/1880)
Sergei Rachmaninov (1873-1943)
Lente, Cantate voor bariton, koor en orkest opus 20 (1902)
Pauze
César Franck (1822-1890)
Psyché Poème Symphonique pour Orchestre et Choeurs (1887)
– Première partie
Le sommeil de Psyché
Psyché enlevée par les zéphyrs
– Deuxième partie
Les jardins d’Éros
Psyché et Éros
– Troisième partie
Souffrances et plaintes de Psyché
Éros a pardonné
Liefdes verhalen
De liefde is in de loop der eeuwen op zeer verschillende wijzen verklankt. Dat had niet alleen te maken met de taal van de componist, maar ook met de aard van de liefde (spiritueel, fysiek, voor een mens, god of ding) en met de ideeën die men in een bepaalde cultuur over liefde erop na hield. Maar hoezeer de verschijningsvormen van de liefde in de muziek ook verschillen, één ding hebben ze gemeen: de liefde wordt door componisten meestal behandeld als een prettige verstoring van ‘de normale orde op aarde’.
Iconisch liefdesdrama
Pjotr Tsjaikovski was van meet af aan een dramatische natuur. Als geboren aristocraat schreef hij bij voorkeur werken in de favoriete genres van zijn klasse, zoals miniaturen voor piano en liederen met een salonachtig karakter dat zich leent voor sentimentalisering. Die werken schreef hij zijn leven lang, evenals opera’s en orkestwerken op dramatische gegevens. Hij voelde zich daarom aangetrokken tot Shakespeare’s verhaal over het tragische liefdespaar Romeo en Julia. Toen de componist Balakirev hem de suggestie deed hierop muziek te maken, voelde de componist zich prompt bevrijd uit zijn writers’ block en ging meteen aan de slag. Eind 1869 was de eerste versie gereed die de componist aan Balakirev voorlegde. Die reageerde niet enthousiast. Het eerste thema noemde hij ‘zeer vervelend, even kleinburgerlijk als één uit een kwartet van Haydn’. Het hoofdthema was volgens hem eerder een uiting van fysieke dan van spirituele liefde. Bovendien had Tsjaikovski door de melodiestijl van de motieven het decor verplaatst van Europa naar Perzië. Daarop herzag Tsjaikovski het werk: vooral de centrale episode werd anders, maar het ‘Haydn-thema’ liet hij onberoerd. In die nieuwe versie beleefde het zijn première in Moskou in maart 1870. Tien jaar later herschreef Tsjaikovski het einde. Sindsdien is het nooit buiten beeld geweest. Tsjaikovski’s verbeelding van de liefde werd een voorbeeld voor vele componisten, binnen en buiten de klassieke muziek. De melodie lijkt los te staan van de harmonie, de frasering is niet strikt metrisch en de harmonie lijkt enigszins onafhankelijk van de klassieke tonaliteit. Met dynamische accenten worden de gedeeltelijke vrijheden kracht bijgezet, terwijl in de grond de klassieke patronen intact blijven. Bij dat laatste hielp ook dat Tsjaikovski intensief gebruik maakte van expressieve figuren die in de westerse klassieke muziek al in zwang waren sinds de barok en die de romantiek lardeerde met een laag van pathos en sentimentaliteit. Het eerste gevolg is dat daardoor de opbouw van het verhaal (schuchter begin, ontwikkeling van de liefde en het tragische einde) voor velen herkenbaar is, ook als men Shakespeare’s tekst niet kent. Het tweede is dat deze stijl de componist alle ruimte bood voor de ontwikkeling van zijn persoonlijke taal: een sterke expressie dankzij de mix van kleine en grote gebaren, waarbij de kleine vooral zitten in een geraffineerde instrumentatie en een subtiel spel met melodieën.
Dramatische liefde
Tsjaikovski was de grote held van Sergei Rachmaninov. Als musicus -in-opleiding toonde hij de oudere collega trots enkele van zijn vroegste werken en na Tsjaikovski’s dood schreef hij een muzikaal in memoriam, zijn Trio élégiaque nr. 2. Net als Tsjaikovski was Rachmaninov een aristocraat met een dramatisch karakter, maar anders dan hij veel meer een nationalist. Hij schreef graag (maar niet uitsluitend) op Russische teksten in diverse genres waaronder opera, lied en cantate. Lente opus 20 hoort tot de laatste groep. Het is gebaseerd op een tekst van zijn landgenoot de dichter Nekrasov, die in eigen land werd en wordt geëerd als een van de grootste schrijvers. De tekst handelt over een man die tijdens de winter van huis is om te werken, zijn vrouw alleen laat en bij terugkeer ontdekt dat zij tijdens zijn afwezigheid een affaire heeft gehad, volgens een van Rachmaninovs biografen ‘een typisch Russisch verhaal’. De man is razend en wil haar vermoorden, maar de komst van de lente brengt hem op andere gedachten en hij vergeeft haar. Wat Rachmaninov aantrok in dit verhaal is niet duidelijk. Binnen zijn familie waren veel verhoudingen slecht, Rachmaninov had al eerder teksten van Nekrasov op muziek gezet en hij wilde iets schrijven voor zijn vriend de grote Russisch bariton Fjodor Chaljapin. Rachmaninov schreef de cantate voor bariton, koor en orkest. De bariton zingt de rol van de man, het koor bezingt de winter en de opkomende lente en het orkest draagt de thema’s aan. Het orkest zet de toon met een lange inleiding, de solist is vrij kort ‘aan het woord’, het koor levert commentaar door middel van woorden en het orkest doet dat zonder woorden. Net als Tsjaikovski wist Rachmaninov hoe hij de regels van de westerse klassiek-romantische stijl moest larderen met elementen die liefde en de verschillende gevoelens daarbij moeten suggereren. De Russische kerkmuziek hielp hem daarbij. Rachmaninov hield van zwoele sensuele melodielijnen, ondersteund door donkere complexe harmonieën en prachtig versmeltende samenklanken in het orkest die ogenschijnlijk ver weg staan van een heldere klassieke taal, maar net als bij Tsjaikovski hun wortels hebben bij Mozart. Rachmaninov kreeg jarenlang het verwijt dat zijn muziek zeer leek op filmmuziek. Nu beoordelen we dat niet meer negatief. Bovendien, Rachmaninov is niet beïnvloed door Hollywood, maar andersom. Het slot van Lente, waarin het met de liefde helemaal goed komt, had elke filmcomponist geschreven willen hebben. Net als elke filmcomponist wist Rachmaninov precies hoe men de luisteraar meteen kan raken.
Klassieke liefdesdrama
Net als Rachmaninov putte César Franck, een in België geboren Fransman, zijn inspiratie deels uit religieuze muziek, in zijn geval het gregoriaans. Franck werkte bijna zijn hele leven in Parijs, was vaste organist van een kerk en componeerde veel religieuze muziek. Op het eerste gezicht lijkt het tegenstrijdig dat Francks beste werken (volgens vele) in zijn laatste twaalf jaar ontstonden en bijna allemaal seculiere composities zijn. Die schijn bedriegt: Franck gaf wereldlijke werken meer allure door stijlelementen uit religieuze muziek daarin te verwerken. Dat deed hij ook in Psyché et Eros uit 1887, een omvangrijk driedelig symfonisch gedicht voor orkest en koor. Om economische redenen worden vaak alleen de orkestdelen gespeeld, maar vanavond hoort u het volledige werk. Hoe Franck het antieke verhaal interpreteerde, blijft onduidelijk, omdat de delen alleen titels dragen. Hier volgt een beknopte samenvatting van het klassieke verhaal zoals Franck het mogelijk van zijn zoon kreeg:
De godin Aphrodite (Venus) is jaloers op de schoonheid van de sterfelijke Psyché en schakelt haar zoon (Eros, Cupido) in om te voorkomen dat iemand op Psyché verliefd wordt. Eros wordt echter verliefd op Psyché, waarna haar familie haar naar een bergtop verbant om haar te beschermen. Psyché herkent daar Eros in de nacht. Na vele strubbelingen volgt hun huwelijk en worden ze toegelaten tot de hemel, waar zij een kind, Voluptua, krijgen. Franck heeft dit verhaal gedeeltelijk overgenomen.
Anders dan bij Rachmaninov is het koor er niet om commentaar te geven, maar eerder om een sfeer op te roepen. Franck sprak van ‘het koor van mysterieuze stemmen.’ Dat gevoel van mysterie spreekt ook uit het orkestgedeelte. Typerend voor de muziek zijn de soms vage contouren en de herhaalde motieven zonder een duidelijke kop en staart die het geheel een stuwend karakter geven. Dit effect wordt versterkt doordat de harmonie zelden tot rust lijkt te komen en Franck graag speelt met subtiele klankeffecten, met name in de strijkers. De delen zijn in veel opzichten zeer verwant, zeker als Franck een climax wil verbeelden waarvoor hij gebruik maakte van de middelen die we kennen uit zijn wereldlijke en religieuze composities. In de melodiestijl horen we sporen van Bach en het gregoriaans. De architectuur lijkt diffuus, maar net als bij de Russische componisten is de combinatie van bovengrondse turbulentie en ondergrondse soliditeit de ideale basis voor een extatisch slot.
Tekst: Emanuel Overbeeke
Het Radio Filharmonisch Orkest is bij uitstek de ambassadeur voor nieuwe en onbekende muziek in Nederland en daarbuiten. Elke week laat het orkest publiek in de grote concertzalen van Nederland en talloze mensen thuis via radio en internet genieten van meesterwerken uit de klassieke muziek.
CHEF-DIGIRGENT Karina Canellakis • VASTE GASTDIRIGENT Stéphane Denève • HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden • ERE-DIRIGENT Edo de Waart • 1E VIOOL Joris van Rijn • Nadia Wijzenbeek • Dimiter Tchernookov • Alexander Baev • Fred Gaasterland • Roswitha Devrient • Maria Escarabajal-Baade • Alberto Facanha Johnson • Mariska Godwaldt • Josje ter Haar • Julija Hartig • Masha Iakovleva • Kerstin Kendler • Pamela Kubik • Leonie Mensink • Pedja Milosavljevic • Gerrie Rodenhuis • Stella Zake • 2E VIOOL Casper Bleumers • Sarah Loerkens • Matthijs van de Wel • Ian van de Berk • Esther de Bruijn • Filipe Farinha Fernandes • Yvonne Hamelink • Annemarie van Helderen • Esther Kovy • Dana Mihailescu • Renate van Riel • Alexander van den Tol • Nika Toskan • Eveline Trap • Nina de Waal • ALTVIOOL Francien Schatborn • Frank Brakkee • Huub Beckers • Joao Alvares Abreu • Igor Bobylev • Sabine Duch • Marije Helder • Annemijn Herder • Annemarie Konijnenburg • Javier Rodas Sanchez • Lotte de Vries • Ewa OpbergenWagner • Francesca Wiersma • Arjan Wildschut • CELLO Michael Muller • Michael Stirling • Anton Istomin • Eveline Kraaijenhof • Harm Bakker • Winnyfred Beldman • Mirjam Bosma • Crit Coenegracht • Anneke Janssen • Ansfried Plat • Rebecca Smit • Arjen Uittenbogaard • CONTRABAS Wilmar de Visser • Servaas Jessen • Annika Pigorsch • Jim Schultz • Sjeng Schupp • Ella Stenstedt • Stephan Wienjus • FLUIT Ingrid Geerlings • Ines Pires Pinto • PICCOLO Maike Grobbenhaar • HOBO Aisling Casey • Hans Wolters • Marjolein Koning • Yvonne Wolters • ALTHOBO Gerard van Andel • KLARINET Frank den Brink • Arjan Woudenberg • Esther Misbeek • ESKLARINET Diede Brantjes • BASKLARINET Sergio Hamerslag • FAGOT Hajime Konoe • Jos Lammerse • Birgit Strahl • CONTRAFAGGOT Marlene Schwarzler • HOORN Annelies van Nuffelen • Petra Botma-Zijlstra • Rebecca Grannetia • Toine Martens • Frederick Franssen • WANDELHOORN Margreet Mulder • TROMPET Hessel Buma • Hans van Loenen • Raymond Rook • Johan Verheij • TROMBONE Tim Ouwejan • Niels Jacobs • BASTROMBONE Pelle van Esch • TUBA Bernard Beniers • PAUKEN Paul Jussen • SLAGWERK Mark Haeldermans • Hans Zonderop • Vincent Cox • Esther Doornink • PIANO Stephan Kiefer • HARP Ellen Versneij
Het Groot Omroepkoor is het enige professionele koor in Nederland dat is gespecialiseerd in symfonisch koorrepertoire, dat zich uitstrekt van de grote bekende werken van alle tijden tot de nieuwste muziek die ze uitvoeren tijdens o.a. het NTR Zaterdagmatinee, het AVROTROS Vrijdagconcert en het Zondagochtend Concert, live te horen op NPOKlassiek.
CHEF-DIRIGENT Benjamin Goodson • SOPRANEN Annelie Brinkhof • Elma Dekker • Marion Dumeige • Elise van Es • Saejeong Kim • Marielle Kirkels • Esther Kouwenhoven • Bauwien van den Meer • Heleen Meijer • Tanja Obalski • Yun Park • Annette de Rozario • Varvara Tishina • Julia Westendorp • Titia van Heijst • Charlotte Janssen • Anitra Jellema • Judith Petra • Liesbeth Vanderhallen • ALTEN Nicoline Bovens • Guja Gisladottir • Chantal Nijsingh • Harda van Wageningen • Rolien van Wageningen • Franske van der Wiel • Els Woldberg • Jose Kamminga • Maria Koshiishi • Suzanne Meessen-Kritter • Julia Mech • MarieSande Papenmeyer • Anjolet Rotteveel • Lisinka Vries-Schuring • Pierrette de Zwaan TENOREN Ben Heijnen • Gerben Houba • PeterPaul Houtmortels • Leon van Liere • Uros Petrac • Jan Willem Schaafsma • Matthew Smith • Georgi Sztojanov • Alan Belk • Dolf Drabbels • Juan Felipe Gallegos Carlos • Matevz Kajdizv • Aart Mateboer • Albert van Ommen • BASSEN Peter Duyster • Joep van Geffen • Pieter Hendriks • Daniel Herman Mostert • Ludovic Provost • Menno van Slooten • Lars Terray • Hans de Vries • Tiemo Wang • Jan van Zelm • Geert van Hecke • Itamar Lapid • Emory Mulick • Nanco Vries • PIANIST/BEGELEIDER Ben Weijand
Gergely Madaras (1984) begon zijn muzikale carrière in de Hongaarse volksmuziek, waarna hij fluit, viool en compositie ging studeren aan de Liszt Academie in Budapest. In Wenen studeerde hij directie. Sinds 2019 is hij chefdirigent van het Orchestre Philharmonique Royal de Liège. Voorheen was hij chefdirigent van het Orchestre Dijon Bourgogne en het Savaria Symphony Orchestra in Hongarije. Hij is een fervent operadirigent: na zijn operadebuut als Sir Charles Mackerras Fellow bij de English National Opera leidde hij voorstellingen bij De Nationale Opera, La Monnaie Brussel, Grand Théâtre Genève, Opera de Dijon en de Hongaarse Staatsopera. Als gastdirigent stond hij voor vele Europese, Engelse en Amerikaanse orkesten.
Yuval Weinberg begon al jong met zingen in een een kinder- en jeugdkoor. Na zijn middelbare school studeerde hij zang- en directie in Tel Aviv. Hij vervolgde zijn studie bij Jörg-Peter Weigle in Berlijn en Grete Pedersen in Oslo. Weinberg won diverse prestigieuze prijzen, waaronder de Speciale Juryprijs in St. Petersburg (2013), de eerste prijs in Wrocaw (2014), en de Gary Bertini Prijs voor Jonge Dirigenten (2015 en 2016). Sindsdien is hij een vooraanstaand koordirigent. Sinds 2019 is hij vaste gastdirigent van het Norske Solistkor en Artistiek Directeur van het EuroChoir.
De Russisch-Oostenrijkse bariton Boris Pinkhasovich (1986) is een van de belangrijkste operabaritons van het moment. Hij studeerde zang in zijn geboorteplaats Sint-Petersburg. Nadat hij daar in 2011 cum laude afstudeerde, begon hij aan een razendsnelle opmars als een groot operazanger. Zo zong hij diverse (hoofd)rollen bij Royal Opera House Covent Garden, Opéra de Bastille, de Wiener Staatsoper, de Bayerische Staatsoper, La Scala in Milaan en bij de Salzburg Festspiele. Afgelopen december maakte hij zijn debuut bij de Metropolitan Opera in New York als Marcello in Puccini’s La Bohème.
AVROTROS Vrijdagconcert
AVROTROS Vrijdagconcert
Lees je de programmatoelichting in de zaal? Zet dan het schuifje Dark Mode aan. Scroll naar de onderkant van de pagina en zet het schuifje aan. Zo kun je de tekst beter lezen en geeft je scherm minder licht af.
De missie van TivoliVredenburg luidt: een leven lang muziek voor iedereen. Daarin zit duurzaamheid verankerd: we maken ons hard voor een toekomstbestendige, en dus duurzame bedrijfsvoering. Door de programmatoelichtingen digitaal te maken help je ons mee om bij te dragen aan een groenere planeet. Bekijk hier wat we nog meer doen op het gebied van duurzaamheid.