Uitvoerenden

Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
Diego Fasolis dirigent
Bart Van Reyn koordirigent
Raoul Steffani bariton
Camilla Tilling sopraan
Lucia Cirillo mezzosopraan
Kieran Carrel tenor

 

Programma

Johann Sebastian Bach (1685-1750)

  • Uit Orkestsuite in C, BWV 1066 (1720/1725)
    • Ouverture
    • Courante
    • Gavotte
    • Forlane

 

Felix Mendelssohn (1809-1847)

  • Cantate O Haupt voll Blut und Wunden voor koor, orkest en bariton (1830)
    Tekst: Paul Gerhardt (1607-1676)

    • Koor
    • Aria
    • Koraal

 

Pauze

 

Felix Mendelssohn

  • Symfonie nr. 2 in Bes: Symfonie-Cantate ‘Lobgesang’, opus 52 (1840)
    • Sinfonia
    • Alles was Odem hat lobe den Herrn (sopraan, koor)
    • Saget es, die ihr erlöst seid durch den Herrn (tenor)
    • Sagt es, die ihr erlöst seid vor dem Herrn (koor)
    • Ich harrete des Herrn (2 sopranen, koor)
    • Strick des Todes hatten uns umfangen (sopraan, tenor)
    • Die Nacht ist vergangen (koor)
    • Nun danket alle Gott (koor)
    • Drum sing’ ich mit meinem Liede (sopraan, tenor)
    • Ihr Völker! bringet her dem Herrn Ehre und Macht (koor)

Van klaaglied naar lofzang

In veel Nederlandse concertzalen en kerken klinkt op Goede Vrijdag Bachs Matthäus-Passion. Het is een traditie die we danken aan dirigent Willem Mengelberg. In 1899 introduceerde hij Bachs meesterwerk bij het grote publiek. Zeventig jaar daarvoor was het Felix Mendelssohn die Bachs vergeten passie onder het stof vandaan haalde. Het markeerde het begin van een hernieuwde interesse voor Bachs muziek, niet in de laatste plaats bij Mendelssohn zelf. In Mendelssohns passiecantate O Haupt voll Blut und Wunden hoor je de doorwerking van Bachs grote Passie. Met de Symphonie-Kantate ‘Lobgesang’ wordt het al een beetje Pasen.

Muziek voor het koffiehuis
Toen Johann Sebastian Bach in 1723 het vorstendom Anhalt-Köthen voor Leipzig verruilde, brak voor de dan 38-jarige componist een drukke tijd aan. Als Thomascantor was hij verantwoordelijk voor de kerkmuziek in zowel de Thomas- als de Nicolaikerk. Daarnaast gaf hij als muzikaal leider van het Collegium Musicum jaarlijks tientallen concerten, onder meer in het befaamde koffiehuis Café Zimmermann. Hier klonken naast Bachs wereldlijke cantates, waaronder de Kaffeekantate, ook veel van zijn instrumentale stukken, zoals de klavecimbelconcerten en zijn orkestsuites. Over het ontstaan van deze suites is weinig bekend, maar dankzij overgeleverde orkestpartijen weten we zeker dat ze in Leipzig hebben geklonken, de Eerste orkestsuite, BWV 1066 omstreeks 1725. Zoals in meer van zijn instrumentale muziek sluit Bach aan bij een bestaande muzikale stijl. De Brandenburgse Concerten bijvoorbeeld, zijn gerelateerd aan het Italiaanse concerto grosso. In zijn orkestsuites haakt Bach aan bij de Franse hofmuziek. Zo bestaat de Eerste orkestsuite uit een reeks Franse dansen, waaronder Courante, Forlane en Passepied. Het geheel wordt voorafgegaan door een breed opgezette Ouverture. De muziek begint statig met opvallend gepunteerde ritmes, gevolgd door een sneller fugatisch gedeelte. Hierin vinden we een ander typisch Frans element, een trio van twee hobo’s en fagot dat zelfstandig van de strijkers optreedt. De Ouverture wordt besloten met een gevarieerde herneming van de statige openingsmuziek.

Spilfiguren van het Leipziger muziekleven
27 jaar lang was Johann Sebastian Bach de spil in het Leipziger muziekleven. Veel bevriende componisten en musici waren te gast tijdens de befaamde concerten van het Collegium Musicum. Zo deden onder meer de toen wereldberoemde operacomponist Johann Adolph Hasse en stersopraan Faustina Bordoni Leipzig aan.

Dankzij een wonderlijke speling van het lot bevond Felix Mendelssohn zich honderd jaar later in een vergelijkbare positie als Bach in dezelfde stad. Als dirigent van het Gewandhausorchester werkte hij samen met de beroemdste musici van zijn tijd. Ook was Mendelssohn directeur van het jongenskoor van de Thomaskerk. Als klap op de vuurpijl richtte hij in 1840 het nog altijd bestaande Conservatorium op. Tussen de bedrijven door zette Mendelssohn zich in voor allerlei andere zaken. Zo onthulde hij in april 1840
in bijzijn van Bachs laatst levende kleinzoon W.F.E. Bach het Bachmo.nument nabij de Thomaskerk. Een paar maanden later gevolgd door een herdenkingsceremonie om de vierhonderdste verjaardag van Gutenbergs uitvinding in de boekdrukkunst te vieren, in de Thomaskerk opgeluisterd met de première van Mendelssohns Symphonie-Cantate ‘Lobgesang’.

Langlopende lijnen
Mendelssohns preoccupatie met de persoon en de muziek van Bach kwam niet uit de lucht vallen. Er bestonden directe contacten tussen Mendelssohns familie en de kring van leerlingen rondom vader Bach en zijn zonen. Felix’ grootmoeder Bella Salomon-Itzig bijvoorbeeld studeerde bij Bachs leerling Johann Philipp Kirnberger. Haar zus Sara Levy-Itzig, Mendelssohns oudtante, was zelfs bevriend geweest met een aantal van Bachs zonen en bezat een flinke Bach-collectie. Het moet langs deze lijnen zijn gelopen dat de vijftienjarige Mendelssohn de partituur van Bachs Matthäus-Passion als verjaardagscadeau van zijn grootmoeder in handen kreeg.

Er bestonden directe contacten tussen Mendelssohns familie en de kring van leerlingen rondom vader Bach en zijn zonen.

Het stuk had een enorme impact, want tussen 1823 en 1832 schreef de jonge componist vele koraalgebonden stukken, zoals de orgelvariaties over Wie groß ist die Allmächt’gen Güte en negen koraalcantates. Daaronder O Haupt voll Blut und Wunden, het koraal dat in de Matthäus-Passion een prominente rol speelt. Mendelssohn componeerde het anderhalf jaar na zijn legendarische eerste heruitvoering van Bachs grote Passie in 1829.

‘O Haupt voll Blut und Wunden’
Toch lijkt de Matthäus-Passion niet de enige inspiratiebron te zijn geweest voor Mendelssohns koraalcantate. Een schilderij van de Spaanse kunstenaar Antonio del Castillo y Saavedra (1616-1668) dat Mendelssohn in de zomer van 1830 bij toeval in een Münchener kunsthandel tegenkwam, maakte diepe indruk. Aan zijn zus Rebecka schrijft hij: ‘Het is zondagochtend, ik heb net het begin gecomponeerd van een heel serieus stukje kerkmuziek op het koraal O Haupt voll Blut und Wunden; zoiets interesseert je, zoals ik weet, dus ik stuur je het donkere ding, en je kunt het laten zingen waar en hoe je maar wilt. Maar het is zeer duister, laat een kunsthandelaar op Unter den Linden je de gravure van een Spaans schilderij van Franz Zurbaran [sic.] maar eens zien; het stelt Johannes voor die Maria naar huis begeleidt na de kruisiging; ik heb het origineel nu in München bekeken en ik vind het een van de meest diepzinnige schilderijen die ik ooit heb gezien.’

Op het schilderij zien we een verdrietige Maria die de lendendoek van haar gekruisigde zoon Jezus vasthoudt. De apostel Johannes lijkt haar te troosten, omdat Jezus had gezegd na drie dagen te verrijzen uit de dood. Beide emoties hoor je in de cantate terug in de voortdurende afwisseling tussen droevige (mineur) en hoopvolle (majeur) passages. Zelf hintte Mendelssohn in zijn brief aan Rebecka al op die ambiguïteit: ‘Ik verheug me op het stuk, waarvan niemand zal weten of het in c mineur of Es majeur staat.’

Tegelijkertijd is Bach alom aanwezig. Het eerste deel goot Mendelssohn in een polyfoon rasterwerk. Na een donkere instrumentale inleiding zetten de drie laagste zangstemmen in. Ze laten al flarden van de koraalmelodie horen. Daaroverheen klinkt de daadwerkelijke melodie in de sopraanpartij, duidelijk herkenbaar in langere notenwaarden. De daaropvolgende bariton-aria is vrijer van opzet, al zit op één plek de koraalmelodie verstopt. Je hoort de eerste regel van de melodie op de tekst ‘Der Schmerzen litt und Plagen’. De cantate besluit met een eenvoudige vierstemmige koraalzetting, waarbij de tekstregels telkens door een kort tussenspel worden onderbroken.

Een lofzang tussen kunst- en kerkmuziek
Koralen zijn in Mendelssohns oeuvre niet alleen voorbehouden aan liturgische muziek. In zijn Zes orgelsonates en zelfs in zijn kamermuziekwerken, zoals de Tweede cellosonate, op. 58 en het Tweede pianotrio, op. 66, kom je toespelingen op bestaande en imaginaire koraalmelodieën tegen. Aan de ene kant was de Lutherse Mendelssohn dankzij zijn leermeester Carl Zelter gepokt en gemazeld in het harmoniseren van koraalmelodieën. Aan de andere kant streefde Mendelssohn in veel van zijn latere muziek naar het opheffen van strikte grenzen tussen concertmuziek en functionele kerkmuziek. Zijn Symphonie-Cantate ‘Lobgesang’ is daarvan het meest ambitieuze voorbeeld.

Het symfonische drieluik waarmee het werk begint, heeft de opbouw van een klassieke symfonie. Maar als je goed luistert hoor je dat Mendelssohn voortdurend naar kerkmuziek verwijst. De openingsmaten van het eerste deel hebben het karakter van een responsoriaal: het orkest herhaalt het motief van de trombones, net zoals het koor de voorzanger nazingt. In het trio van het Scherzo (Allegretto un poco agitato) duikt plots een zelf bedachte koraalmelodie op. En het derde deel gaf Mendelssohn de tempoaanduiding Adagio religioso mee.

In het cantate-deel van Lobgesang maakt Mendelssohn de kerk.muzikale verwijzingen van de symfonie concreet. De trombonemelodie van het begin blijkt de hoofdmelodie van de cantate te zijn. De zelfbedachte koraalmelodie van het Scherzo is een toespeling op het echte koraal Nun danket alle Gott. In het zangerige Adagio religioso kun je een verwijzing zien naar de cantate in zijn geheel als vorm van liturgische muziek.

Duisternis, dood en angst voor de hel slaan de ik-figuur om het hart. Het blijkt van voorbijgaande aard.

Net zoals een liturgie een bepaalde ontwikkeling doorloopt, maak je als luisteraar in Lobgesang ook een zeker proces door. Na de lofzangen van de eerste vier vocale delen slaat de stemming in de centrale tenor-aria ineens om. Duisternis, dood en angst voor de hel slaan de ik-figuur om het hart. Het blijkt van voorbijgaande aard. Nadat de sopraan de komst van de dageraad heeft geproclameerd, wordt de komst van het licht gevierd met een enorme fuga en het koraal.

Hoe moet je de boodschap in de door Mendelssohn samengestelde tekst opvatten? De overwinning van het licht op de duisternis kun je in overdrachtelijke zin beschouwen als de uitvinding van nieuwe ontwikkelingen in de boekdrukkunst, waarmee de duisternis van de ongeletterdheid afnam. Tegelijk speelde een theologisch aspect in het Lutherse Leipzig mee. De overwinning van het licht op de duisternis, van het leven op de dood, zijn tevens verbonden aan het opstandingsverhaal van Jezus. Daarmee is het in Mendelssohns Lobgesang tegelijkertijd een beetje Pasen.

Jan-Willem van Ree


Radio Filharmonisch Orkest

Het Radio Filharmonisch Orkest is bij uitstek de ambassadeur voor nieuwe en onbekende muziek in Nederland en daarbuiten. Elke week laat het orkest publiek in de grote concertzalen van Nederland en talloze mensen thuis via radio en internet genieten van meesterwerken uit de klassieke muziek.

Groot Omroepkoor

Het Groot Omroepkoor is het enige professionele koor in Nederland dat is gespecialiseerd in symfonisch koorrepertoire, dat zich uitstrekt van de grote bekende werken van alle tijden tot de nieuwste muziek die ze uitvoeren tijdens o.a. het NTR Zaterdagmatinee, het AVROTROS Vrijdagconcert en het Zondagochtend Concert, live te horen op NPOKlassiek.

Diego Fasolis

De Zwitserse dirigent, organist en componist Diego Fasolis (1958) begon zijn zeer brede muzikale opleiding in Zürich, waar hij piano, orgel, zang en directie studeerde. In Parijs vervolgde hij zijn orgelstudie, in Cremona verdiepte hij zich in de authentieke uitvoeringspraktijk. In 1995 richtte hij het in het barokrepertoire gespecialiseerde Ensemble Vanitas op, drie jaar later werd hij dirigent van I Barocchisti. Hij geldt als een expert in de muziek van als Bach, Händel, Vivaldi en Buxtehude, maar zijn repertoire is veel breder dan dat. Hij is een veelgevraagd operadirigent: hij leidde voorstellingen in La Scala in Milaan, Teatro La Fenice in Venetië, de Berliner Staatsoper, Théâtre des Champs-Elysées en Versailles Royal Opera, Opernhaus Zürich, Opéra de Lausanne, Shanghai Grand Theatre en Angers-Nantes Opéra. Met meer dan 120 cd’s, uitgebracht door grote internationale platenmaatschappijen zoals EMI-Virgin, Naïve, Universal Music en Warner Classics, ontving Fasolis talrijke prijzen voor zijn inzet voor de herontdekking van vergeten operarepertoire.

Bart Van Reyn

De Belgische dirigent Bart Van Reyn (1979) staat regelmatig voor orkesten als Antwerp Symphony Orchestra, Brussels Philharmonic, B’Rock, Il Gardellino, NDR Radiophilharmonie, het Nederlands Kamerorkest en het Deens Nationaal Symfonieorkest, maar hij is bovenal gepassioneerd door de stem en staat bekend als een van de meest vooraanstaande koordirigenten van België. Hij is muziekdirecteur van het Vlaams Radiokoor en en sinds 2016 chef-dirigent van het Deens Nationaal Radiokoor en dirigeerde koren als het Nederlands Kamerkoor, Cappella Amsterdam, Groot Omroepkoor, MDR Rundfunkchor Leipzig, SWR Vokalensemble Stuttgart, NDR Chor Hamburg, Rundfunkchor Berlin, Collegium Vocale Gent en de BBC Singers.

Raoul Steffani

Raoul Steffani (1992) is een van de grootse zangtalenten van dit moment. Nadat hij de Elisabeth Evertsprijs 2016, de Dutch Classical Talent Publieksprijs 2018 en de Grachtenfestivalprijs 2018 won, nam zijn carrière een behoorlijk vlucht. Maar de echte bekroning kwam met de Nederlandse Muziekprijs, die hij in 2023 uitgereikt kreeg. Hij zong tijdens het Prinsengrachtconcert, dat live op televisie werd uitgezonden, stond in internationale operatheaters en in concertzalen met orkesten als het Concertgebouw Kamerorkest en zingt ook als Liedzanger in de meest vooraanstaande zalen. Met mezzosopraan Magdalena Koená nam hij een cd op met duetten van Robert Schumann. In 2021 nodigde Barbara Hannigan hem uit voor een concert en cd-opname met werken van Alban Berg. In mei 2025 verschijnt zijn nieuwste cd met Liederen van Alma Mahler, Zemlinsky, Schreker, Walter, Pfitzner en Korngold, die hij met pianist Julius Drake opnam.

Camilla Tilling

Sopraan Camilla Tilling (1971) behoort tot de meest vooraanstaande vocalisten van Zweden. Haar opleiding volgde ze aan het conservatorium van Göteborg en het Royal College of Music in London, waar ze in 1998 haar diploma behaalde. Sindsdien heeft ze in talloze operaproducties meegespeeld bij onder meer het Royal Opera House Covent Garden, de Metropolitan Opera in New York en de Scala in Milaan. Bij De Nederlandse Opera had ze een rol in Messiaens Saint François d’Assise. Ook op het concertpodium is Camilla Tilling een zeer graag geziene gast: ze soleerde onder meer bij het Koninklijk Concertgebouworkest, de Berliner Philharmoniker onder Simon Rattle, het Mahler Chamber Orchestra en Collegium Vocale Gent. In 2019 schitterde ze in Het Concertgebouw tijdens het laatste concert dat Bernard Haitink gaf met het Radio Filharmonisch Orkest.

Lucia Cirillo

De Italiaanse mezzosopraan Lucia Cirillo (1974) begon haar muzikale loopbaan als klassiek gitariste. Haar indrukwekkende carrière als operazangeres begon met successen op het Concorso per Giovani Cantanti Lyrici d’Europa ‘As.Li.Co’ en het gerenommeerde Concorso Internazionale Toti Dal Monte. Sindsdien trad ze op in de belangrijkste zalen, festivals en theaters in Europa, zoals het Concertgebouw, de Deutsche Oper in Berlijn, het Chopin Festival in Warschau, het Glyndebourne Festival Opera, de Salzburger Festspiele, Teatro La Fenice in Venetië, het Teatro alla Scala in Milaan, de Opéra national in Paris, het Teatro Real in Madrid en de Vlaamse Opera in Antwerpen. Haar uitgebreide repertoire reikt van barok tot Mozart, Rossini, Bellini, Moessorgski, Prokofjev en Strauss. Ze werkte samen met dirigenten als Fabio Biondini, Sylvain Cambreling, Ottavio Dantone, Diego Fasolis, Daniele Gatti, Vladimir Jurowski en Alexander Lazarev.

Kieran Carrel

De Duits-Engelse tenor Kieran Carrel (1996) werd geboren in Duitsland waar hij in Keulen bij Christoph Prégardien studeerde, voordat hij naar Londen vertrok voor zijn vervolgstudie aan de Royal Academy of Music bij Neil Mackie. Hij heeft een bloeiende carrière in de operatheaters, op de concertpodia en als Liedzanger. Hij was verbonden aan de opera van Bonn en is vast lid van de Deutsche Oper Berlin. Als Liedzanger zong hij in een Hugo Wolf Lied-gala met Christoph Prégardien en James Baillieu in Wigmore Hall, een Schubertprogramma met Kristian Bezuidenhout tijdens het 2024 MA Festival in Brugge en tijdens de Heidelberger Frühling Schubert Week met Thomas Hampson en Hartmut Höll. Hij soleerde onder meer met The English Concert, het Antwerp Symphony Orchestra en het Nash ensemble. Bij het Radio Filharmonisch Orkest zong hij eerder in Schumanns Paradies und die Peri.

Meer AVROTROS Vrijdagconcerten



Dark Mode

Lees je de programmatoelichting in de zaal? Zet dan het schuifje Dark Mode aan. Scroll naar de onderkant van de pagina en zet het schuifje aan. Zo kun je de tekst beter lezen en geeft je scherm minder licht af.

Duurzaamheid

De missie van TivoliVredenburg luidt: een leven lang muziek voor iedereen. Daarin zit duurzaamheid verankerd: we maken ons hard voor een toekomstbestendige, en dus duurzame bedrijfsvoering. Door de programmatoelichtingen digitaal te maken help je ons mee om bij te dragen aan een groenere planeet. Bekijk hier wat we nog meer doen op het gebied van duurzaamheid.