Alice Sara Ott & Philzuid | ZO 8 DEC
Lees hier de programmatoelichting voor het concert van Alice Sara Ott & Philzuid op zondag 8 december.
Lees hier de programmatoelichting voor het concert van Alice Sara Ott & Philzuid op zondag 8 december.
Uitvoerenden
Philzuid
Duncan Ward dirigent
Alice Sara Ott piano
Joey Roukens *1982
Bryce Dessner *1976
Pauze
Ottorino Respighi 1879-1936
Dat Joey Roukens en Bryce Dessner een programma delen is niet vreemd. Beiden staan even dicht bij popmuziek als bij het klassiekere werk. Roukens blikt hier vanuit hedendaags perspectief terug op de vier eeuwen oude muziek van Jan Pieterszoon Sweelinck. Dessner schreef met zijn rock- en minimalmusic-achtergrond een nieuw pianoconcert voor Alice Sara Ott. Daarna zorgt Ottorino Respighi voor een onweerstaanbaar Italiaans hoofdgerecht.
Vervorming
Joey Roukens is met zijn toegankelijke, aansprekende muzikale taal een begrip geworden in het Nederlandse concertleven. Hij voelt zich dichter bij popmuziek staan dan bij de gevreesde ‘nieuwe muziek’ uit de afgelopen eeuw. Die moest per se atonaal en onmelodieus zijn, waardoor veel publiek afhaakte. Van die avantgarde kreeg Roukens tijdens zijn opleiding het nodige mee, maar zelf hanteert hij een veel ruimer referentiekader. In zijn werken is de associatie met filmmuziek nooit ver weg en vaak hebben ze een stevige, rock-achtige puls.
Naast die energieke, ‘motorische’ stukken zoekt hij ook graag de andere kant van het spectrum. Distorted Fantasia is één van zijn typische verstilde adagio’s, gecomponeerd ter gelegenheid van Jan Pieterszoon Sweelincks 400e sterfjaar. Voor de muziek van Sweelinck, Nederlands grootste klaviercomponist, heeft Roukens altijd een zwak gehad, ‘niet zozeer vanwege zijn melodische vondsten als wel om wat hij daarmee doet: hij maakt er rijk versierde, meerstemmige bouwsels mee.’
Een droom kan bij hem nachtmerrie-achtige trekjes vertonen.
De titel Distorted Fantasia dekt de lading volledig. Geïnspireerd door Sweelincks Fantasieën voor klavier schreef hij een stuk waarin diens renaissance-stijl door een hedendaagse bril geobserveerd wordt, ‘als een droom met vreemde, surrealistische vertekeningen.’ Overigens bevat het werk een hectisch tussenspel waarin Roukens even zijn karakteristieke ‘hyperactieve’ kant laat horen; een droom kan bij hem nachtmerrie-achtige trekjes vertonen.
Ode aan het leven
Net als Roukens put Bryce Dessner uit een grote muzikale vijver. Hij heeft een podiumachtergrond als gitarist – onder andere van de progressieve rockband The National – en is als componist een eclecticus die gebruikt wat hem uitkomt. Naast de onvermijdelijke popinvloeden klinken snufjes barok, folk, atonaliteit en de voor een Amerikaan bijna vanzelfsprekende hints naar minimal music. Aan die aanstekelijke mix heeft hij heel wat compositieopdrachten te danken, waaronder die van pianiste Alice Sara Ott.
Het leverde een felkleurig pianoconcert op. Dessners rock-aanleg klinkt hier vooral door in de tomeloze energie van het eerste en laatste deel. Het is perfect toegesneden op Otts gedreven pianistiek, maar met het stuk brengt Dessner ook een hommage aan de vrouw die hem al zijn leven lang inspireert: zijn eigen Jessica, een Newyorkse choreografe die een jarenlang gevecht tegen kanker overleefde. Haar toewijding aan dans heeft een onuitwisbaar stempel op Dessners componeerstijl gedrukt, en dat blijkt duidelijk uit het beweeglijke begindeel. Veel van Dessners muzikale helden zijn componisten die balletten schreven, van Tsjaikovsky tot Stravinsky en Steve Reich – en daarvan maakt hij geen geheim.
Een ode aan de levenslust en het plezier.
Het middendeel is daarentegen eerder meditatief. ‘Mijn zus heeft me altijd geadviseerd om rust te zoeken in de hectiek van het leven en het werk, een moment waarop je stilstaat en diep ademhaalt’, zegt Dessner. ‘Dit is voor mij het geluid van herbezinning, muziek die uit de oceaan of een uitgestrekt bos lijkt te komen.’ Hoogtepunt van het werk is het virtuoze slotdeel, ‘een ode aan de levenslust en het plezier.’
Verloren onschuld
Composities zijn een spiegel van hun tijd. Ottorino Respighi’s drie symfonische gedichten over Rome – het tweede, Pini di Roma, wordt hier niet uitgevoerd – ontstonden tussen 1916 en 1928. De componist had geen diepzinnige bedoelingen; hij wilde enkel kleurrijke, effectieve orkestmuziek afleveren. Maar ze geven ondertussen wel een beeld van snelle maatschappelijke verandering – geen wonder, met de Eerste Wereldoorlog op de achtergrond.
In dit drieluik verliest Rome geleidelijk haar onschuld.
In dit drieluik verliest Rome geleidelijk haar onschuld. Fontane di Roma is nog hoogromantische ‘natuurmuziek’, maar in Pini di Roma (‘De dennen van Rome’) uit 1924 rukt de mens op, met militant gedrag: kinderen spelen soldaatje in een lawaaiig stadspark, doden staan op uit hun graf, een Romeins leger marcheert over de Via Appia – twee jaar na Mussolini’s Mars op Rome. Weer vier jaar later, met de fascisten stevig in het zadel, componeerde Respighi Feste Romane dat onder meer een bloedig gladiatorengevecht verklankt; associaties met de lynchpartijen van de Zwarthemden lagen voor de hand. Het leverde de volstrekt a-politieke componist onverdiende reputatieschade op. Mussolini had hem harder nodig dan andersom; muziek die de glorie van het oude én moderne Italië vertolkte was effectieve propaganda.
Fonteinen, leeuwen en draaiorgels
Hoewel Respighi zichzelf vooral als operacomponist zag was het was de Rome-trilogie die hem wereldfaam bezorgde: muziek vol verleidelijke beelden en sferen, geraffineerd georkestreerd, met fraaie partijen voor elk instrument.
Fontane di Roma, het eerste ‘paneel’ van dat drieluik, is een prachtig, conflictloos stuk waarin Respighi vier specifieke fonteinen weergeeft, elk op een ander tijdstip van de dag. Het is ook een nostalgisch documentje van een voorbije tijd. Nog steeds is het mogelijk om de vroege bedrijvigheid rond de Triton-fontein te ervaren, evenals de hectische drukte rond de Trevi-fontein (met het beeld van de glorieuze zeegod Oceanus) en de relatieve rust van de Villa Medici bij het vallen van de avond. Maar de in de Valle Giulia zul je nooit meer de serene zonsopkomst meemaken die Respighi in 1916 voor het openingsdeel reserveerde; nieuwbouw en een ringweg eisten hun tol.
Het orkest imiteert effectief een draaiorgel en, tegen het slot, het gelal van een dronkenlap.
In Feste Romane is het klankbeeld veel moderner. Door de felle kleuren en het rauwe realisme van het begin- en slotdeel neigt het stuk soms meer naar filmmuziek dan naar een klassiek symfonisch gedicht. In Circenses (‘Circusspelen’) wordt de keizer door het volk begroet en slaven voor de leeuwen geworpen. Het Il Giubileo (‘Jubeljaar’) verbeeldt een pelgrimsstoet op weg naar de Heilige Stad, waarbij Respighi terloops de Duitse Paashymne Christ ist erstanden citeert. Het daaropvolgende L´Ottobrata (‘Oktoberfeest’) bevat de meeste Italiaanse couleur locale, met klokgelui en een mandoline-serenade. Meer feest volgt in de afsluitende La Befana (‘Driekoningennacht’): het orkest imiteert effectief een draaiorgel en, tegen het slot, het gelal van een dronkenlap.
Overigens is dit hyper-gevarieerde stuk ook voor het orkest een feestje. Respighi was er terecht trots op; tegen zijn echtgenote zei hij na voltooiing: ‘Zoiets kan ik waarschijnlijk maar één keer’.
Michiel Cleij
Ze is een van de meest gestreamde klassieke artiesten ter wereld en bracht meerdere albums uit onder het gerenommeerde label Deutsche Grammophone. Zowel in het gekende klassieke repertoire als in hedendaagse werken blinkt Ott uit met gepassioneerd spel en meeslepende interpretaties. Naast haar muzikale carrière is Ott ook actief als componist, illustrator en ontwerper, en ontwierp ze onder meer een exclusieve tassenlijn voor het Duitse merk Jost.
Alice Sara Ott is in seizoen 2024-2025 artist in residence van TivoliVredenburg. Na eerdere residencies bij Southbank Centre in Londen en Radio France in Parijs, kiest Ott dit seizoen voor Utrecht. De Duits-Japanse pianist geeft tijdens haar residency vier concerten, waaronder een exclusieve multidisciplinaire uitvoering van Messiaens Quatuor pour la fin du temps. “Ik ben zeer vereerd dat ik deel mag uitmaken van het seizoen 2024-2025 van TivoliVredenburg, een podium dat zich onderscheidt in diversiteit en innovatie. Ik vind het geweldig dat het publiek in Utrecht muziek van alle genres op één plek kan ervaren.” – Alice Sara Ott
Philzuid (eerder philharmonie zuidnederland) is in april 2013 ontstaan uit een fusie van Het Brabants Orkest en het Limburgs Symfonie Orkest. Sinds september 2021 staat Duncan Ward op de bok. Philzuid zet zich in voor feestelijke gebeurtenissen in de regio, zoals Festival Musica Sacra, het Internationaal Vocalisten Concours en natuurlijk de Nieuwjaarsconcerten, de Carnavalsconcerten, Opera op de Parade en de traditionele uitvoering van de Matthäus-Passion. Philzuid zet zich daarnaast in voor muziekeducatie van jong tot oud.
Naast zijn positie als chef-dirigent bij Philzuid is de Britse Duncan Ward gastdirigent bij het Orchestre de Paris, het Weense Radio Symfonieorkest, de Deutsche Kammerphilharmonie Bremen en de Bamberger Symphoniker. Sinds 2012 is hij dirigent van de Berliner Philharmoniker Orchester-Akademie, op voordracht van Sir Simon Rattle. Duncan Ward leidde ook opera’s in Straatsburg, Keulen, Berlijn, Amsterdam en bij Glyndebourneon-Tour. Daarnaast initieerde hij muzikale projecten met en voor minderbedeelden in eigen land, India en Zuid-Afrika.
Tsjaikovski 5
Quatuor pour la fin du temps
The Schubert Project
Lees je de programmatoelichting in de zaal? Zet dan het schuifje Dark Mode aan. Scroll naar de onderkant van de pagina en zet het schuifje aan. Zo kun je de tekst beter lezen en geeft je scherm minder licht af.
De missie van TivoliVredenburg luidt: een leven lang muziek voor iedereen. Daarin zit duurzaamheid verankerd: we maken ons hard voor een toekomstbestendige, en dus duurzame bedrijfsvoering. Door de programmatoelichtingen digitaal te maken help je ons mee om bij te dragen aan een groenere planeet. Bekijk hier wat we nog meer doen op het gebied van duurzaamheid.