In Memoriam Ine Arets (1960-2022)

Ze was stoer, loyaal, slim, praktisch en voor de duvel niet bang. Met name die karaktertrekken – en de herinnering aan haar zo herkenbare lach – drongen zich op tijdens de drukbezochte afscheidsbijeenkomst in het crematorium op 1 september, waarbij veel ‘Tivolianen’ van het eerste uur aanwezig waren. Ine Arets overleed op 24 augustus op 62-jarige leeftijd in een hospice in Utrecht, nadat ze zeven weken eerder opnieuw met de diagnose kanker was geconfronteerd. Dit keer zonder uitzicht op herstel.

Ze was veel meer dan de eerste (officiële) programmeur van Tivoli, het poppodium dat in de jaren tachtig tegen de verdrukking in aan de Oudegracht verrees en uitgroeide tot toonaangevende zaal in het clubcircuit. Succes kent spreekwoordelijk vele vaders en moeders, maar Ine was zonder twijfel een van hen – ofschoon ze over haar eigen rol bescheiden deed, hoe uitgesproken ze óók was. Lof voor haar persoonlijk kon ze sputterend wegwuiven, voor haar was het collectief belangrijk. Haar werk stelde ze in dienst van de muzikanten en bands die kwamen optreden en het publiek dat recht had op een topavond. Net zo goed genoot ze intens van de gezelligheid eromheen: het biertje in de kleedkamer of in Kafé België na afloop van het concert, met Ed Crawford van fIREHOSE, de broers McComb van The Triffids, Dave Pirner van Soul Asylum of Eddie Vedder van Pearl Jam.

Ze was erbij, toen actiegroep Tivoli Tijdelijk het oude NV-huis kraakte en zonder gemeentelijke subsidie – of toestemming van wie dan ook – met veel tamtam een plek opeiste voor de Utrechtse ‘jongerencultuur’. Ine, student pedagogiek uit Kerkrade, was in de plaatselijke kraakbeweging verzeild geraakt. Ze woonde in De Olifant, een kraakpand aan de Oudegracht, samen met haar vriendinnen en een enkele vriend, die al even betrokken waren bij Tivoli (Tijdelijk). In dezelfde tijd leerde ze haar partner Erik Welmers kennen; ‘Ine en Erik’ werden een begrip in de Utrechtse popscene.

Onverschrokken
Hard kon het er in die beginjaren aan toe gaan, maar Ine liet zich niet intimideren. Ze toonde zich onverschrokken wanneer relschoppers de sfeer kwamen verzieken en sprong doodleuk tussen de partijen als het op vechten uitdraaide. Ook intern verliep niet alles even gladjes. Roemrucht was ‘de vergadering’, het centrale orgaan waarin de actievoerders alles bespraken, en dus ook welke bands de toets van de kritiek al dan niet konden doorstaan. Zo wil de overlevering dat een aantal hardliners een stokje stak voor de komst van U2, die na de release van Boy in 1980 ook Utrecht zou aandoen. ‘Te commercieel,’ luidde het vonnis, en voor de programmeur van dienst zat er niets anders op dan de boel af te blazen.

Veelbetekend is ook de bestorming van Muziekcentrum Vredenburg in 1981 voor het concert van The Au Pairs. Verzamelde actievoerders liepen de kaartcontrole omver en stootten door naar de Kleine Zaal: hoezo speelde de feministische postpunkband niet in Tivoli, maar hier, bij het establishment? Het kan niet anders of Ine was erbij en stond vooraan. In de mannenwereld die de popmuziek bij uitstek was, sprong Tivoli eruit als ‘wijvenzaal’. Hier maakten vrouwen en mannen samen de dienst uit.

In alle turbulentie hielde Ine zich staande, sterker: ze gedijde erin, sprak zich uit en nam geen blad voor de mond. Aanvankelijk had ze ook andere taken, maar gaandeweg werd ze de spil van de ‘programmagroep’ die verantwoordelijk was voor de programmering; met name indiebands met nadrukkelijk aanwezige gitaren waren welkom aan de Oudegracht. Toen Tivoli langzaam maar zeker een officiële status kreeg, hoorde Ine tot de enkelingen voor wie een betaalde baan in het verschiet lag. Niet langer had ‘de vergadering’ het voor het zeggen, Tivoli werd net zoals alle andere zalen steeds meer afhankelijk van boekers en concertorganisatoren en de wetten van vraag en aanbod.

Van de nood een deugd
Ook in die nieuwe constellatie was ze op haar plek. Ine beschikte over de juiste contacten, was een bevlogen muziekliefhebber en een professioneel onderhandelaar, en bepaalde zo in belangrijke mate de koers van Tivoli. Van de nood maakte ze een deugd. De ligging in de oude binnenstad was dé achilleshiel van het poppodium: vrachtwagens konden er niet komen, bands moesten buiten de singel hun spullen overladen in busjes. Daar moest dus iets tegenover staan. Muzikanten en hun crews werden bij Tivoli meer dan elders in de watten gelegd. Ine was iemand die al vroeg het belang daarvan inzag. Tot de mythologie van de Engelse band 3 Mustafa 3 hoorde een afkomst uit de Balkan en een overtocht naar Engeland in koelkasten; nog altijd waren koelkasten, volgens de rider, onmisbaar op het podium. Dankzij Ine kwamen die er ook: bij uitdragerij De Arm, naast Tivoli, werden oude koelkasten opgehaald, tot groot vermaak van de band.

Uiteindelijk luidde de professionalisering (lees: verzakelijking) het einde van haar loopbaan bij Tivoli in. Vrijwilligers en staf kwamen in de organisatie steeds meer tegenover elkaar te staan, de sfeer en de onderlinge verhoudingen hadden eronder te lijden. In de loop van de jaren negentig vertrok de een na de ander van de oude garde om plaats te maken voor een nieuwe generatie. Ine bleef Tivoli-programmeur tot 1 maart 1997. Nieuwe tijden braken aan met nieuwe mores en nieuwe muziek: ontwikkelingen die ze vanaf de zijlijn is blijven volgen, ook toen ze later bij de gemeente Utrecht ging werken als assistent van de griffie. Ine heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de Utrechtse popcultuur. We gedenken haar met veel respect en vol goede herinneringen als een van de grondleggers van Tivoli en TivoliVredenburg.