In aanloop naar de concertreeks met Julie Roset, beantwoorden Judith en Tineke Steenbrink als oprichters van Holland Baroque vier vragen over de samenwerking met Julie Roset na Brabant 1653, over de zeldzame connectie én het nieuwe programma.

Holland Baroque ontmoet de getalenteerde Franse sopraan Julie Roset; vertel?
“Julie Roset is een jonge Franse sopraan met nu al een enorme staat van dienst. Een aanstormend talent voor wie de toekomst veelbelovend is. Haar stem is uitermate geschikt voor barokrepertoire; en dat is een zeldzaam gegeven.

Het zingen van barokrepertoire is precair: er wordt veel van je gevraagd. De stem moet helder, warm en flexibel zijn en het vibrato precies juist gedoseerd: ga er maar aan staan. Met Frans als Julie’s moedertaal was het voor Holland Baroque een buitenkans om samen met Roset een Franstalig programma te maken. In 2019 verhuisde Julie Roset naar New York om aan het prestigieuze ‘The Juilliard School’ te studeren. Daar richtte ze zich op romantisch repertoire. Ook die kant is in dit programma te horen. Natuurlijk met een twist omdat ons instrumentarium barok is. Onze instrumenten klinken barok. De stukken die we hebben uitgekozen passen bij de bezetting. Interessant ook weer om te horen dat componisten uit de Romantiek ook terug kijken naar de barokperiode. ‘A Chloris’, een klassieker van Reynaldo Hahn is hier een voorbeeld van. Het klinkt als een romantische versie van een aria van G.F. Händel, maar dan wel weer met een baslijn van J.S. Bach.”

Een nieuw programma, hoe ontstaat dat?
“Zo’n programma komt bijna nonchalant tot stand. En tegelijkertijd is het een minutieus gepuzzel. Met onze kennis en beeldvorming van het repertoire en wat passend is voor Julie Roset, rekening houdend met de bezetting, gingen we aan de slag. We sturen elkaar voorstellen en dan komt er als vanzelf een programma. ‘Hymne’ van Erik Satie is wellicht een vreemde eend in de bijt: qua tekst is het duister, anders dan de andere liederen die veelal over de liefde gaan. Maar deze uitzondering bevestigt dan de gemeenschappelijke klank in het programma.”

Jean-Philippe Rameau, waarom moeten we dat absoluut beluisteren?
“J. Ph. Rameau is de centrale barokcomponist van dit programma. Zijn instrumentale werken zijn fantastisch. Als orkest grijp je elke kans aan om dit repertoire te spelen. Een majestueuze Chaconne: de musici verheugen hier zich al weken op. Elk deel, hoe kort ook, heeft een eigen karakter. Het is zo uitgesproken: zo ontzettend ‘Rameau’. Vergeet ook ‘Tristes Apprêts’ niet: wederom een klassieker met een prachtige melange van wat de Fransen zo mooi ’digne’ noemen: waardigheid, en ruime mate aan melancholie.”

 Jullie werkten eerder met Julie Roset?
“Holland Baroque werkte eerder met Julie Roset in Brabant 1653 en Kloosterkerst. Ik moet nog steeds denken aan de tonmeister die zijn geluk niet op kon tijdens de cd opnames: alles wat Julie Roset zong was loepzuiver en kraakhelder. Voor haar was één take genoeg. Qua samenwerking is het ongecompliceerd. Haar visie is duidelijk en past bij wat wij willen. Het is lastig om zo’n werkproces in woorden te vatten. Natuurlijk groeit iets hoe meer je samenwerkt, aan de andere kant werkt ‘t vaak op een natuurlijke manier. Het past en daar bouw je op voort.”