Voorafgaand aan dit concert is er een inleiding om 19.00 uur in de Fentener van Vlissingenfoyer. Een ticket voor de inleiding kost €5 en is tegelijk te bestellen met een concertticket.

Het concert dat de zondag afsluit brengt zo’n beetje alle grote muziekvrienden van Janine Jansen die deze editie aanwezig zijn op het podium. In verschillende samenstellingen bieden zij een gevarieerd programma dat draait om de muziek uit de eerste decennia van de twintigste eeuw. Werken van Richard Strauss, Alban Berg en Erich Wolfgang Korngold schetsen de aanstekelijke sfeer van verloren romantiek en expressieve nieuwe wegen.

Met het strijksextet Capriccio en de Sonate voor viool en piano zetten de musici de carrière van Richard Strauss in een notendop neer. Zijn romantische Sonate, vandaag gespeeld door Janine Jansen en Alexandre Kantarow, stamt uit 1887 en zijn sextet is gebaseerd op zijn laatste opera Capriccio uit 1942. Het zijn noten van een man die nostalgisch terugblikt naar hoe het allemaal was voordat de muziek in de eerste helft van de twintigste eeuw zo drastisch veranderde, zo lijkt het.

Rond 1930 werden Arnold Schönberg en Korngold beschouwd als de belangrijkste Oostenrijkse componisten. Muzikaal zijn het tegenpolen. Waar Schönberg de twaalftoonstechniek propageerde, bleef Korngold een romanticus. Ook in zijn in 1930 geschreven Suite voor twee violen, cello en piano linkerhand blikt hij verlangend terug op de negentiende eeuw. Wat dat aangaat zijn de werken van Alban Berg de perfecte symbiose tussen de stijl van Korngold en Schönberg.